4.
NMEA 0183 RX_A (geel): sluit deze aan op TX_A van een kaartplotter of
actieve GPS-antenne (RX = ontvanger, TX = zender).
5.
NMEA 0183 RX_B (groen): sluit deze aan op TX_B van een kaartplotter of
actieve GPS-antenne.
6.
NMEA 0183 TX_A (wit): sluit deze aan op RX_A van een kaartplotter.
7.
NMEA 0183 TX_B (bruin): sluit deze aan op RX_B van een kaartplotter.
8.
GND: Optionele aardverbinding. Deze is mogelijk nuttig bij het verhelpen
van geluidsproblemen als gevolg van inductie.
9.
Antenne: sluit aan op een maritieme VHF-antenne met behulp van een 50
ohm kabel waarop een PL259-connector is bevestigd.
10.
Accu + (rood): sluit deze aan op de 12 V DC voeding van het vaartuig, via
een schakelpaneel of een stroomonderbreker (is voorzien van een inline 8
amp zekering).
11.
Accu - (zwart): sluit deze aan op de negatieve spanningsrail van het vaartuig.
¼ Opmerking:
het aansluiten van de externe luidspreker en de kaart-
plotter is optioneel.
Configuratie bij eerste keer opstarten
Wanneer de marifoon voor de eerste keer wordt ingeschakeld,
wordt de gebruiker gevraagd een aantal instellingen te configureren
zodat de marifoon optimaal kan functioneren. Sommige stappen
zijn verplicht en andere stappen zijn optioneel en deze kunt u ook
later voltooien. De stappen worden hieronder uitgelegd:
Selecteer de regio en het land waar de marifoon zal worden
gebruikt.
Voer het MMSI-nummer in, indien bekend, of ga door naar de
volgende stap. Voer het nummer opnieuw in om de juiste invoer te
bevestigen.
Installatie |
Bedieningshandleiding RS20
| 39