Hoofdmenu
afb. 59: parameterinvoer voor de
oppervlakteverliesmeting
afb. 60: meet- en rekenwaarden van de
voorzijde boven
afb. 61: omzetting oppervlakteverlies in
verbeteringspotentieelpunten
60
Kies in het submenu „Verwarmingscheck" het
menupunt „Oppervlak" .
Geef de parameters in c.q. controleer ze.
(nominale warmtecapaciteit, kamertempera-
tuur)
Bevestig met „Overnemen".
Voor de oppervlakteverliesmeting is de opname
van bepaalde data noodzakelijk. Daarbij moeten
alle deeloppervlakken van de ketel, die niet direct
aan andere apparaten en/of wanden en vloer
grenzen, in aanmerking worden genomen.
Er opent zich een venster, waarin het
deeloppervlak waarvan de data moeten
worden ingegeven, groen wordt aangegeven.
Voer de breedte en de hoogte van het
deeloppervlak in. Het apparaat berekent
automatisch het oppervlak.
Meet met de oppervlaktetemperatuurvoeler de
oppervlaktetemperatuur en raak „T
apparaat neemt de gemeten
oppervlaktetemperatuur over.
Klik op het pijltje naar rechts onder de
branderafbeelding, om in het scherm voor het
volgende deeloppervlak te komen.
Voer de data-invoer voor alle
deeloppervlakken door.
Na de invoer van alle data raakt u „Evaluatie"
aan.
Het apparaat berekent het oppervlakteverlies q
(St: straling). Deze wordt gerelateerd aan de
warmtecapaciteit en dan eveneens in
verbeteringspotentieelpunten volgens DIN EN
15378, nationaal aanhangsel, omgerekend en
weergegeven. De berekening van de
verbeteringspotentieelpunten gebeurt volgens het
schema in de nevenstaande afbeelding.
" aan. Het
ob
St