Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

4.4.2 SENSOR-setup
KIES SENSOR (als er meer dan één sensor is)
SERVICE

4.5 Kalibreren

VERVANG PROFIEL
WISSERTEST
Informatie
UITGANGSMODUS
SIGNALEN
(Meting 1/sec)
UITGANGSMODUS
Het instrument is voor aflevering zorgvuldig gekalibreerd en de kalibratie zal
gedurende een lange periode niet veranderen.
Het verdient aanbeveling de kalibratie regelmatig te controleren
pagina
22) met een testglas. Bij grotere afwijkingen moet allereerst een
nulpuntkalibratie
nulpuntafwijking te compenseren, voordat met een 1-puntskalibratie
puntskalibratie, pagina
Tijdens de kalibratie worden uitsluitend mE-waarden weergegeven. Ook de
instelwaarde-instelling baseert zich op de meeteenheid mE. Op het filter voor de
verificatie is deze instelwaarde vermeld. Vloeibare standaarden moeten met een
externe spectrofotometer worden opgemeten en de meetwaarde moet vervolgens
worden omgerekend naar de dikte van de sensorlaag.
Zie
5.3 Wisserprofiel vervangen, pagina
WISSEN (wisprocedure)
UITSCHUIVEN
(wisserprofiel schuift uit, bij bypassuitvoeringen
geblokkeerd: zie
pagina 27
MOTORSTROOM(motorstroom tijdens het
wissen)
Gemiddelde waarde
Enkelvoudige meetwaarde
Enkelvoudige meetwaarde voor AQS
(FACTOR = 1, OFFSET = 0)
W.POS (wisserpositie)
DEXT (delta-extinctie EM-ER)
EM (extinctiemeetkanaal)
ER (extinctiereferentiekanaal)
M (meetniveau)
R (referentieniveau)
IM (intensiteitsmeetkanaal)
IR (intensiteitsreferentiekanaal)
rd (donkerwaarde referentie)
md (donkerwaarde meetkanaal)
extd (donkerwaarde extinctie)
VOCHT
Gedrag van de instrumentuitgangen als het
menu Maint.Proc.(onderh.proc.) is geopend
(4.5.2 Nulpuntkalibratie, pagina
23) de steilheid mag worden gewijzigd.
Bediening
28.
5.2 Meetspleet reinigen,
(4.5.1 Verifiëren,
22) worden uitgevoerd, om een
(4.5.3 1-
21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave