Inhoudsopgave
Advertenties
4.5.3 1-puntskalibratie
8. Druk op KALIBRATIE en bevestig uw keuze.
9. Selecteer OFFSET: X.X mE.
10. Bevestig ALS STABIEL DRUK OP ENTER +/- X.X.
11. Druk op EINDE en bevestig uw keuze.
12. Druk op de terug-toets om het menu KALIBREREN te verlaten.
13. Dompel de sensor onder op de meetlocatie en bevestig SENSOR IN
MEDIUM.
14. Bevestig KLAAR. Automatische wisprocedure en terug naar metingen.
1. Open het HOOFDMENU.
2. Druk op SENSOR-SETUP en bevestig uw keuze.
3. Druk op KIES SENSOR (bij meer dan één sensor) en bevestig uw keuze.
4. Druk op KALIBRATIE en bevestig uw keuze.
5. Selecteer 1-PUNTS-KAL. en bevestig.
6. Verwijder de sensor uit het bassin en spoel de meetspleet met water. Lijn de
meetspleet horizontaal uit en vul hem volledig met een referentiemonster.
Bevestig KAL.-STANDAARD VULLEN, DRUK OP ENTER.
7. Bevestig ALS STABIEL DRUK OP ENTER x. x.
8. Druk op KALIBRATIE en bevestig uw keuze.
9. Wijzig in 1-PUNTS-KAL. (+x.x) de instelwaarde-instelling volgens het
referentiemonster en bevestig uw keuze.
10. Bevestig FACTOR: X.XX.
11. Bevestig ALS STABIEL DRUK OP ENTER X.X.
12. Druk op EINDE en bevestig uw keuze.
13. Druk op de terug-toets om het menu KALIBREREN te verlaten.
14. Dompel de sensor onder op de meetlocatie en bevestig SENSOR IN
MEDIUM.
15. Bevestig KLAAR. Automatische wisprocedure en terug naar metingen.
Bediening
23
Advertenties
Inhoudsopgave
