Hoofdstuk 3: Alarmmeldingen beheren
Alarmtypen en -geluiden
Een alarm kan om verschillende redenen optreden. Bijvoorbeeld:
Een zone wordt geactiveerd als het systeem is ingeschakeld
(inbraakalarm).
Het deksel van het controlepaneel of andere randapparatuur is
geopend zonder dat de installateur is ingelogd (sabotage-alarm).
Na het betreden van het gebouw heeft een gebruiker het systeem niet
snel genoeg uitgeschakeld.
Een branddetector is geactiveerd.
Een overvalzender (PA) is geactiveerd.
De netspanning is uitgevallen.
Er is een fout in een communicatielink van het controlepaneel.
Als een alarm optreedt, activeert het controlepaneel normaal de interne
zoemer, andere interne zoemers en, afhankelijk van de ernst, externe
sirenes/flitsers. Tabel 1 toont de standaard reactie op elk type alarm.
Na een alarm moet u de sirenes uitschakelen, het alarm bevestigen en
het systeem resetten (zie "Alarmen uitzetten, bevestigen en resetten" op
pagina 18).
Tabel 1: Alarmgeluiden
Alarm
Inbreker
Luid vibrerende
toon van sirenes en
interne zoemers.
Brand
Pulserende toon
van sirenes en
interne zoemers.
Geluid
Normaal alarm of inlooproutezone
geactiveerd als systeem is
ingeschakeld.
24-uur zone op welk moment ook
geactiveerd.
Brandzone op welk moment ook
geactiveerd.
Pagina 16
Oorzaak