B B e e s s c c h h r r i i j j v v i i n n g g v v a a n n d d e e u u n n i i t t
optionele temperatuursensoren geïnstalleerd zijn, worden de aflezingen
weergegeven als gegevensregistratiesensor (1 of 2) Temperatuur in de
sensoraflezingen.
P P r r i i n n t t e e r r p p o o o o r r t t : : Deze poort wordt gebruikt om ritgegevens uit het Compliance
Log af te drukken. Deze bevindt zich in de bedieningskast.
U U S S B B - - s s t t i i c c k k : : via de standaard USB-aansluiting - geen laptops en kabels nodig.
G G P P R R S S - - a a a a n n s s l l u u i i t t i i n n g g : : via de TracKing™ -tool waarmee online vloot- en
temperatuurbeheer mogelijk is.
D D r r a a a a d d l l o o z z e e c c o o m m m m u u n n i i c c a a t t i i e e : : Eindgebruikers willen dat de temperatuur steeds
beter gevolgd kan worden en transporteurs moeten dan ook eenvoudig en
effectief bij belangrijke informatie kunnen.
Ontdooien
Tijdens normale werking wordt geleidelijk ijs gevormd op de
verdamperspiralen. De unit maakt gebruik van warm koudemiddel om de
verdamperspiraal te ontdooien. Het warme koelgas dat langs de
verdamperspiraal stroomt doet het ijs smelten. Het water stroomt door
afvoerverzamelbuizen de grond in. De manieren om het ontdooien te starten
zijn Automatisch en Handmatig.
A A u u t t o o m m a a t t i i s s c c h h e e o o n n t t d d o o o o i i i i n n g g : : SR-3 start geplande of gevraagde
ontdooiingscycli automatisch. De HMI kan zodanig geprogrammeerd zijn dat
deze de geplande ontdooiingscycli start op intervallen van 2, 4, 6, 8, of 12
uur. Gevraagde ontdooiingscycli vinden plaats wanneer de verschillen
tussen de temperatuur van de retourlucht, invoerluchttemperatuur en
spiraaltemperatuur bepaalde limieten overschrijden. De unit kan elke 30
minuten ontdooiingscycli starten indien nodig.
H H a a n n d d m m a a t t i i g g e e o o n n t t d d o o o o i i i i n n g g : : In de modus Handmatige ontdooiing start de
gebruiker een ontdooiingscyclus. Raadpleeg
O O p p m m e e r r k k i i n n g g : : De unit voert geen Handmatige ontdooiingscyclus uit wanneer
de unit niet is ingeschakeld met de AAN-toets, werkt in Continubedrijf
of de modus CYCLE-SENTRY (of afgesloten in de modus CYCLE-
SENTRY Nul), en de spiraaltemperatuur lager is dan 45°F (7°C)7°C (45°
F).
26
("Modus ontdooien," p.
61)."
TK 61738-2-OP-NL