5.9 Fietsendrager (accessoire)
05-10
Het rijgedrag van de voertuigcombinatie veran-
dert aanzienlijk met een beladen fietsendrager.
Pas de rijsnelheid aan deze omstandigheden
aan:
• Let erop dat de toelaatbare steunlast bij een
beladen fietsendrager volledig benut en overe-
enkomstig gecorrigeerd wordt.
• Ook bij optimale belading daalt de kritische
snelheid dramatisch.
• De bestuurder van het voertuig is verantwoor-
delijk voor een veilige bevestiging van de
fietsen. Ook in onbeladen toestand moet het
omhooggeklapte laadsysteem met de aanwe-
zige clips worden beveiligd.
• Let erop dat de remlichten en achterverlichting
van het voertuig noch geheel noch gedeeltelijk
door de lading aan het zicht worden onttrok-
ken.
De maximaal toelaatbare belasting
van de fietsendrager bedraagt 50 kg.
Fietsendrager Premium
(accessoire)
De fietsendrager wordt bij Premium-modellen
op de dissel gemonteerd.
Tijdens het rangeren en bij het rijden
door bochten moeten hoeken royaal
worden genomen, omdat anders
om constructietechnische redenen
fiets(drager) en trekkend voertuig met
elkaar in aanraking kunnen komen.
Doe vóór de eerste rit eerst enkele tests
om met e.e.a. vertrouwd te raken.
Controleer na bevestiging van de fiet-
sen altijd de steunlast en reguleer deze
zo nodig (zie ook 2.3).