1.
Druk tijdens een opnamemodus op [SET]
(instellen).
2.
Selecteer d.m.v. [ ] en [ ] de bovenste optie
in het bedieningspaneel (opnamemodus).
3.
Selecteer d.m.v. [ ] en [ ] de
"A (Lensopening AE)".
4.
Selecteer d.m.v. [ ] en
[ ] de gewenste
lensopeninginstelling
en stel vervolgens de
gewenste
lensopeningwaarde in
d.m.v. [ ] en [ ]
• U kunt de EV verschuiving
instelling onder de
lensopeninginstelling en
vervolgens een
belichtingswaarde (EV
verschuiving) specificeren
indien u dat wilt.
A functie
EV verschuiving
Lensopening
89
5.
Druk de sluitertoets halverwege in.
De camera stelt scherp op het beeld in overeenstemming
met uw instellingen.
• De sluitertijd en de lensopeningwaarde op het
beeldscherm worden oranje wanneer u de sluitertoets
halverwege indrukt als het beeld overbelicht of
onderbelicht is.
6.
Druk de sluitertoets geheel in wanneer goed
op het beeld is scherpgesteld.
OPNEMEN VAN EEN FOTO