Vijfde uitgave • Vijfde druk
Grondbediening
1
Duimschakelaar voor stuurfunctie
Druk de duimschakelaar in een willekeurige
richting om de stuurfunctie te activeren.
2
Rijsnelheidknop
Druk op deze knop om de langzame of snelle
rijfunctie te activeren.
3
Rijfunctie-keuzeknop
Druk op deze knop om de rijfunctie
te activeren.
4
Rode noodstopknop
Druk de rode noodstopknop in naar de stand 'uit'
om alle functies stop te zetten. Trek de rode
noodstopknop uit naar de stand 'aan' om de
machine te bedienen.
5
LED
Diagnose-LED, accuconditiemeter en
indicatielampje 'overbelasting platform'.
6
Heffunctie-keuzeknop
Druk op deze knop om de
heffunctie te activeren.
Onderdeelnr. 114313DUGT
7
Claxonknop
Druk op deze knop om de claxon te laten klinken.
Laat de knop los om de claxon te stoppen.
8
Proportionele joystick en functieschakelaar voor
hef- en rijfuncties
Heffunctie: Verplaats de joystick in de richting die
wordt aangegeven door de blauwe pijl om het
platform omhoog te brengen. Verplaats de
joystick in de richting die wordt aangegeven door
de gele pijl om het platform neer te laten. Het
daalalarm klinkt wanneer het platform omlaag
wordt gebracht.
Rijfunctie: Verplaats de joystick in de richting die
wordt aangegeven door de blauwe pijl op het
bedieningspaneel en de machine gaat rijden in de
richting die wordt aangegeven door de blauwe pijl.
Verplaats de joystick in de richting die wordt
aangegeven door de gele pijl op het
bedieningspaneel en de machine gaat rijden in de
richting die wordt aangegeven door de gele pijl.
™
™
™
GS
-30 • GS
-32 • GS
Bedieningshandleiding
Bedieningselementen
-46
21