1.
De debietregelaar moet worden geïnstalleerd in de wateruitlaat leiding van de verdamper ter verkoming dat de
eenheid werkt bij een waterdebiet die te klein is.
Het zeer belangrijk de debietregelaar te installeren zoals getoond op de afbeelding. Kijk wat de positie
van de debietregelaar is ten opzichte van de richting van het waterdebiet. Als de debietregelaar in een
andere richting is gemonteerd, is de eenheid niet afdoende beschermd tegen vorst.
Een speciale aansluitklem is aangebracht in de schakelkast voor de elektrische aansluiting van de debietregelaar. Zie het
bedradingsschema
2.
Er moeten afsluitkleppen worden geïnstalleerd op de eenheid zodat er normaal onderhoud aan het waterfilter kan
worden uitgevoerd zonder het hele systeem af te tappen.
3.
Luchtzuiveringskleppen moeten worden aangebracht in alle hoge punten van het systeem. De ontluchtingspunten
moeten worden geplaatst op punten die goed toegankelijk zijn bij onderhoud.
4.
Het waterfilter moet worden geïnstalleerd tegenover de eenheid ter verwijdering van vuil uit het water om schade
aan de eenheid of een slechte werking van de verdamper of condensor te voorkomen. Het waterfilter moet
regelmatig worden gereinigd.
Tabel 3 - Specificaties waterkwaliteit
DAE Eisen waterkwaliteit
Ph (25 °C)
Elektrische geleidbaarheid [μS/cm] (25°C)
Chloride-ion [mg Cl- / l]
2-
Sulfaat-ion [mg SO
/ l]
4
Alkaliteit [mg CaCO
/ l]
3
Totale hardheid [mg CaCO
IJzer [mg Fe / l]
4+
Ammoniumion [mg NH
Silica [mg SiO
/ l]
2
Elementair chloor (mg Cl
/ l]
3
/ l]
/l)
2
BPHE
7,5 – 9,0
< 500
< 70
< 100
< 200
75 ÷ 150
< 0,2
< 0,5
-
< 0,5
D-EIMHP01501-22_01NL 9/20