Inhoudsopgave
Advertenties
16. VOOR HET OPSTARTEN
De eenheid mag niet worden opgestart, zelfs niet voor een zeer korte tijd, alvorens de volgende
controlelijst voorafgaand aan de inbedrijfstelling volledig is ingevuld.
Tabel 9 - Standaard te controleren stappen voorafgaand aan het opstarten van het systeem
Vink aan
na
controle
1
Controleer op externe beschadigingen
Installeer de hoofdzekeringen, de aardlekdetector en de hoofdschakelaar. Aanbevolen zekeringen: aM
2
overeenkomstig IEC norm 269-2. Zie het bedradingsschema voor de grootte.
Zet de hoofdspanning aan en controleer of deze zich binnen de toelaatbare ±10% limieten op het
typeplaatje bevindt. De elektrische hoofdstroomvoorziening moet zo worden geregeld dat deze kan
3
worden in- en uitgeschakeld onafhankelijk van de elektriciteitsvoorziening aan andere delen van de fabriek
en uitrusting in het algemeen. Zie het bedradingsschema, aansluitklemmen N, L1, L2, L3 en PE.
Lever water aan de verdamper en condensor en controleer of het waterdebiet zich binnen de limieten
4
bevindt zoals vermeld in de tabel onder "Vullen, debiet en kwaliteit van het water".
5
De leidingen moeten volledig worden leeggemaakt. Zie ook hoofdstuk "Controle van het watercircuit".
Sluit de debietregelaar en pompcontacten aan zodat de eenheid alleen kan gaan werken wanneer de
6
waterpompen lopen en het waterdebiet voldoende is. Zorg ervoor dat er een waterfilter is geïnstalleerd.
7
Sluit de veldbedrading aan op de start-stop van de pompen.
8
Sluit de veldbedrading aan voor afstandsbediening.
Ik bevestig alle hierboven genoemde punten te hebben uitgevoerd en gecontroleerd.
Datum
Bewaar voor toekomstige raadpleging
D-EIMHP01501-22_01NL 18/20
Handtekening
Advertenties
Inhoudsopgave
