ONDERHOUD
16 Onderhoud
• Zie hoofdstuk "Veiligheidsinstructies" om de lijst van de uit
te voeren bewerkingen te raadplegen alvorens onderhoud te
doen op het toestel.
• Als de onderhoudsbewerkingen afgelopen zijn, zie hoofdstuk
om het toestel weer in werking te stellen.
16.1
Inspectie en onderhoud
We adviseren om jaarlijks de ketel te inspecteren en
i
eens per twee jaar te onderhouden.
16.1.1
Controle van de onderdelen
• Controleer of het gasmechanisme correct moduleert.
• Controleer of de temperatuurvoeler correct werkt.
• Controleren de kwaliteit van de ionisatie.
• Controleer of de waterdruksensor correct werkt.
• Controleer de druk in het expansievat.
16.1.2
Andere controles
• Controleer of er geen lekken zijn ter plaatse van de
koppelingen en de veiligheidsklep.
• Controleer op gaslekken.
• Controleer de toestand van de dichting in de afvoerbuis van de
rookgassen.
• Controleer de aarding van het toestel.
16.1.3
Reiniging van de onderdelen
• Reinig de volgende onderdelen:
- De koudwaterfilter
- De cv-filter
- De condensopvangbak
- Het verwarmingslichaam
- De brander
- De ventilator
- De
vuilfilter
- 30 -
16.2
Mantel
2
1
A
Legenda
1
Schroeven voor de bevestiging van het front
2
Voorpaneel
• Verwijder het voorpaneel van het toestel (3) in de opgegeven
volgorde (A) tot (B).
16.3
Geluiddemper
3
2
A
1
Legenda
1
Geluiddemper vast
2
Clip voor de bevestiging van de geluiddemper
3
Geluiddemper afneembaar
B
A
0020117854_01 - 04/11 - AWB