Inhoudsopgave
Advertenties
9
Elektrische aansluitingen
Onjuiste installatie kan leiden tot een elektrische
e
schok of beschadiging van het toestel. De elektrische
aansluiting van het toestel mag uitsluitend worden
uitgevoerd door een bevoegde technicus.
Het toestel moet rechtstreeks worden aangesloten op een
bereikbare, vaste en geschakelde elektrische uitgang.
De externe bedrading moet geaard zijn, met de juiste polariteit en
overeenkomstig de huidige normen.
De fabrikant weigert elke verantwoordelijkheid voor schade
aan personen of andere als gevolg van onjuiste aarding van het
toestel, inclusief niet-naleving van de huidige normen.
• Neem de opgegeven aansluitingen van de fasen en de
nulleiding van het toestel in acht.
• Gebruik geen kabel met een diameter van meer dan 10 mm
voor de elektrische aansluitingen.
Volgens de van kracht zijnde normen moet deze aansluiting
gebeuren via een tweepolige schakelaar met een
scheidingsopening van minstens 3 mm tussen alle contacten.
Een extra beveiliging kan vereist zijn tijdens de installatie om een
overspanningscategorie II te verzekeren.
9.1
Toegang tot de hoofdprintplaat
i
Het front van het toestel moet verwijderd worden.
2
1
Legenda
1
Gebruikersinterface
2
Bevestigingsschroeven
• Klap de gebruikersinterface naar beneden om toegang te
krijgen tot het elektrische bord.
0020117854_01 - 04/11 - AWB
2
1
Legenda
1
Toegang tot de 230 V-aansluiting
2
Toegang tot de 24 V-aansluiting
• Draai de gebruikersinterface open om toegang te krijgen tot de
24 V- en 230 V-aansluitklemmenstroken.
9.2
Hoofdprint
1
2
30 mm max.
Legenda
1
Connector
2
Elektrische draden
3
Mantel
Wanneer u elektrische kabels aansluit op een connector van de
hoofdprintplaat:
• Bewaar dan een afstand van maximaal 30 mm tussen de
connector (1) en de afgestripte mantel (3).
• Als dit niet het geval is, bevestig de elektrische draden (2) dan
samen met behulp van een kunststof klembeugel.
• Bevestig de kabels in de kabelklem van de elektrische doos.
INSTALLATIE
3
- 17 -
Advertenties
Inhoudsopgave
