Advertenties
Gegevensblad
WILLBRANDT Plannings-, montage- en onderhoudsinstructies voor
rubbercompensatoren met draaibare of vaste flenzen
2. Leidingsplanning
Opstelling van de geleidelagers
De vaste punten en de geleidelagers moeten zo worden aangebracht dat
de compensator niet wordt belast door het gewicht van de
●
buisleiding.
doorbuiging wordt voorkomen door de plaatsing van vaste
●
of losse lagers.
ophanging in sferisch tonlager vermeden wordt. Als geleidelagers
●
moeten glijlagers of rollagers gebruikt worden.
EB 13 A
Tussenruimte van de geleidelagers
De afstand tussen de compensator en het 1e lager mag
●
max. 4 x de buisdiameter bedragen.
De afstand het 1e en 2e lager mag max. 14 x de buisdiameter
●
bedragen.
De afstand tussen de overige buislagers mag max. 21 x de
●
buisdiameter bedragen. Het kan nodig zijn deze afstand te
verkleinen, indien de intrinsieke stabiliteit van de buis dit
noodzakelijk maakt.
EB 13 B
WILLBRANDT KG | Schnackenburgallee 180 | 22525 Hamburg | Duitsland
Telefoon +49 40 540093-0 | Fax +49 40 540093-47 | info@willbrandt.de | www.willbrandt.de
Pagina 5
Voorspanning van compensatoren
Indien een compensator met een grotere voorspanning dan axiaal
10 mm of lateraal 5 mm gemonteerd moet worden, moet erop worden
gelet dat de compensator eerst volledig gemonteerd wordt en vervolgens
op een open punt in de buis gemonteerd wordt. De voorspanning wordt
dan opgewekt met de vast ingebouwde compensator.
(Inbouwvoorbeeld EB 14 + 15)
Reden: Bij een hogere voorspanning in niet-ingebouwde toestand
springt de afdichtingsrand uit de groef van de stalen flens. Er kan
beschadiging van de afdichtingsrand of lekkage optreden.
Voor de planning moet men er zeker van zijn dat de buisleiding
dienovereenkomstig geopend kan worden!
EB 14
EB 15
Advertenties
