Gegevensblad
WILLBRANDT Plannings-, montage- en onderhoudsinstructies voor
rubbercompensatoren met draaibare of vaste flenzen
21. Stromingssnelheden
Bij rubbercompensatoren en PTFE-compensatoren moet erop gelet
worden dat de toelaatbare maximale stroomsnelheden niet overschreden
worden zonder een geleidebuis. Toelaatbare stromingssnelheid van veel
media zonder vaste bestanddelen:
- voor rubbercompensatoren 4,5 m/sec.
- voor rubbercompensatoren met PTFE-voering 3 m/sec.
Mochten er hogere snelheden bereikt worden, dan raden wij aan een
geleidebuis te gebruiken. Voor media die vaste stoffen bevatten, raden
wij altijd een geleidebuis aan, in verband met de slijtage.
Bij gebruik van geleidebuizen moet er rekening mee worden gehouden
dat de standaard geleidebuizen ontworpen zijn voor lateraal ± 5 mm.
Indien hogere laterale waarden nodig zijn, moeten de geleidebuizen
verkleind worden volgens het dubbele van de waarde laterale uitslag.
22. Aanhaalmomenten toepassen
Montage-instructie
Gereedschappen
Momentsleutel, rubberen
hamer, centreerpennen. Alle gereedschappen
ontbraamd (gevaar voor beschadiging van
rubberen onderdelen).
Flensbouten van sterkteklasse 8.8 gebruiken
(bouten zonder nabehandeling gesmeerd)
Fase I
a) Alle bouten insteken en gelijkmatig met de
hand vastdraaien.
b) Aanhaalmoment fase 1 kruislings en
gelijkmatig in ca. 3 slagen aanbrengen.
Spleetbreedte aan de buitenste rand van
de flens controleren.
c) Wachttijd ≥ 30 minuten
Fase II
d) Kruislings bijdraaien van alle bouten
in 3 slagen resp. 2/3 van het eind-aanhaal-
moment. Spleetbreedte controleren.
e) Wachttijd ≥ 60 minuten
Fase III
f) Het eind-aanhaalmoment in 2 slagen
kruislings aanbrengen.
NIET VERDER BIJDRAAIEN!
WILLBRANDT KG | Schnackenburgallee 180 | 22525 Hamburg | Duitsland
Telefoon +49 40 540093-0 | Fax +49 40 540093-47 | info@willbrandt.de | www.willbrandt.de
Pagina 16
Voor testdruk: Aanhaalmoment in 1 slag kruislings met
eindwaarde (fase 3) controleren.
Latere inspecties: Onderhoudshandleiding lezen.
Flensbouten alleen tot de eindwaarde (fase 3) bijdraaien.
Flens-aanhaalmoment
De in de tabel gegeven aanhaalmomenten voor de flensbouten
resulteren in een specifieke oppervlaktedruk, die betrekking heeft op
het gehele afdichtingsvlak van een vaste flens of de afdichtingsrand
van draaibare flenzen.
Onder bedrijfsomstandigheden daalt de oppervlaktedruk tot ongeveer
50% van de toegepaste eindwaarde (fase III) ten gevolge van het
temporele bezinkingsproces in de rubberen flenszone van vaste flenzen.
De resterende effectieve klem- en dichtkracht is absoluut voldoende en
geschikt voor testdrukken van 1,5 maal keer de werkdruk.
Trekspanningen door te grote uitzetting van de compensator zijn niet
toegestaan.
Let op:
De aangegeven max. aanhaalmomenten
mogen niet te veel overschreden worden,
omdat een te grote drukspanning het
vloeiproces in het elastomeer voortdurend
doorgaat en tot vernietiging (verbrijzeling)
zal leiden.
Aanhaalmoment:
inschatting van het uiteindelijke aanhaalmoment
voor speciale flenzen:
Vuistregel:
MA = 0,2 x FVM x d2 (Nm)
MA = aanhaalmoment van de bouten
d2 = diameter van de schroefdraadflank
FVM = montage-voorspankracht = KA x FKL (N)
KA = aanhaalfactor ≈1,4 gesmeerd
tegen vaste steun
K = ervaringswaarde = 1,0 gekozen
vloeiproces in de rubberflens
FKL = klemkracht, contactkracht
7 N/mm² voor gehele flensoppervlak
bij type 40
Flens D² - DN²
π
FKL = ( ---------------------- ) X
4
contactkracht
------------------------------
(N)
aantal schroeven