Symbo-
len
1 - 9
Gebruik de restwarmte om
het energieverbruik te
verlagen. Zet de kookzone
ongeveer 5 - 10 minuten uit,
voordat het koken is
voltooid.
Draai de knop voor de geselecteerde
kookzone naar de gewenste warmte-
instelling.
Zet de bedieningsknop op de uit stand
om het kookproces te beëindigen.
5.2 Activeren en deactiveren
van de buitenringen
Het verwarmingsvlak kan worden
aangepast aan de grootte van de
pannen.
6. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Kookgerei
De bodem van het
kookgerei moet zo dik en
vlak mogelijk zijn.
Zorg ervoor dat bodems
schoon en droog zijn
voordat ze op de kookplaat
worden gezet.
Warmte-in-
stelling
- 1
Functie
Dubbele zone
Warm houden
Verwarmingsstanden
Gebruik om:
Bereide gerechten warmhou-
den.
Om de buitenste ring in te schakelen:
draai de knop rechtsom door een lichte
weerstand naar
. Draai vervolgens de
knop linksom naar de juiste kookstand.
Om de buitenste ring uit te schakelen:
de timerknop op de uitstand zetten. Het
controlelampje gaat uit.
5.3 Restwarmte-indicatie
WAARSCHUWING!
Er bestaat
verbrandingsgevaar door
restwarmte.
Het controlelampje gaat aan als een
kookzone heet is, maar het werkt niet als
de stroom is onderbroken.
Kookgerei gemaakt van
geëmailleerd staal of met
aluminium of koperen
bodems, kunnen tot
verkleuringen leiden van de
glazen keramische
kookplaat.
6.2 Voorbeelden van
kooktoepassingen
De gegevens in de volgende
tabel dienen slechts als
richtlijn.
Tijd
Tips
(min)
zoals
Een deksel op het kookgerei
nodig
doen.
NEDERLANDS
11