Waarschuwingen
De AutoPhone-magneet of MultiTool
(die een ingebouwde magneet heeft),
dient meer dan 30 cm van het implan-
taat verwijderd te blijven, draag het
bijvoorbeeld niet in uw borstzak.
Als u een actief hersenimplantaat hebt,
neem dan contact op met de fabrikant
van het implantaat over het risico op
verstoring.
Röntgenstraling, CT-, MRI-, PET-scans
en elektrotherapie
Verwijder uw hoortoestel vóór het
maken van een röntgenfoto, bij CT-,
MRI-, en PET-scans, elektrotherapie
of een operatie. Het hoortoestel kan
beschadigen bij blootstelling aan sterke
magnetische velden.
50
Over Aan de slag Gebruik Opties
Hitte en chemicaliën
Stel uw hoortoestel nooit bloot aan
extreme hitte, bijvoorbeeld door het te
laten liggen in een in de zon gepar-
keerde auto.
Het hoortoestel mag niet worden ged-
roogd in een magnetron of oven.
Chemicaliën in cosmetica, haarlak,
parfum, aftershave lotion, zonnebrand-
crème en insectenspray, kunnen uw
hoortoestel beschadigen. Verwijder
daarom altijd uw hoortoestel voordat
u dergelijke producten aanbrengt en
neem de tijd om het te laten drogen,
voordat u uw hoortoestel weer plaatst.
Waarschuwingen
Meer info
Power-toestel
Bij het kiezen, passen en gebruiken
van een hoortoestel met een maximale
geluidsdruk van meer dan 132 dB SPL
(IEC 711) is bijzondere aandacht vereist,
omdat er een risico bestaat van aantast-
ing van het resterende gehoor van de
gebruiker van het hoortoestel.
Raadpleeg de achterzijde van dit boekje
om te zien of uw hoortoestel een pow-
er-toestel is.
Mogelijke bijwerkingen
Bij gebruik van hoortoestellen, oorstuk-
jes of domes kan een versnelde ophop-
ing van oorsmeer optreden.
De anti-allergene materialen in uw hoo-
rtoestellen kunnen in zeldzame geval-
len huidirritatie of andere bijwerkingen
veroorzaken.
Raadpleeg een arts als één van deze
bijwerkingen optreedt.
Storing
Het hoortoestel is grondig getest op
storing, volgens de strengste in-
ternationale normen. Er kan echter
onvoorziene storing optreden tussen
het hoortoestel en andere apparaten
(bijvoorbeeld sommige mobiele tele-
foons, zendapparatuur, alarmsystemen
in winkels en andere apparaten). Pro-
beer in dat geval de afstand tussen het
hoortoestel en de storende apparatuur
te vergroten.
Verbinding met externe apparatuur
De veiligheid van het toestel wanneer
verbonden met externe apparatuur (via
aux inputkabel, via USB kabel of direct),
wordt bepaald door de externe appa-
ratuur. Wanneer verbonden met externe
apparatuur die in het stopcontact zit,
moet deze apparatuur overeenkomen
met IEC-60065, IEC-60950 of gelijk-
waardige veiligheisstandaarden.
51