This is the Internet version of the user's guide. © Print only for private use.
Tekstinvoertypen
Voor het invoeren van teksten zijn vier invoertypen beschikbaar:
• Abc – eerst een hoofdletter, daarna kleine letters. Dit is de
standaardinstelling voor ieder nieuw tekstveld.
• 123 – alleen cijfers.
• ABC – alleen hoofdletters.
• abc – alleen kleine letters.
Bij het bewerken van tekst kunt u:
• Op
drukken en
Tekstopties > Invoertype
het type tekstinvoer te selecteren.
• Op
drukken om in de tekstbewerkingsmodus tussen de
invoertypen te schakelen.
Symbolen invoeren
Als u berichten bewerkt, kunt u op
afhankelijk van de toepassing,
Symbool toevoegen
kiezen om een item in de symbolentabel te
Symbool toevoegen
selecteren. Selecteer met behulp van de Jog Dial een rij en druk
op
. Scroll vervolgens door de rij om een symbool te
selecteren en druk op
.
36
Overzicht van de P910i
selecteren om
drukken en,
of
Tekstopties >
®
T9
-tekstinvoer
U kunt T9
-tekstinvoer gebruiken bij het schrijven van
™
bijvoorbeeld tekstberichten en e-mail. De T9-
tekstinvoermethode gebruikt een ingebouwd woordenboek dat
de meestgebruikte woorden herkent voor elke reeks toetsen die
wordt ingedrukt. Op deze manier hoeft u een toets slechts één
keer in te drukken, zelfs als u niet de eerste letter op de toets
wilt. Houd de
ingedrukt om de invoermethode te
wijzigen.
In het volgende voorbeeld ziet u hoe u een tekst moet beginnen
te schrijven.
Letters invoeren met de T9-tekstinvoermethode
1. Selecteer bijvoorbeeld
Berichten > SMS maken
2. Als u bijvoorbeeld "Jane" wilt schrijven, drukt u op
.
Tijdens het invoeren van de tekst wordt er een suggestielijst
met mogelijkheden weergegeven. Het meestgebruikte woord
is gemarkeerd.
3. Het weergegeven woord is correct:
– Druk op
of
een spatie toe.
Het weergegeven woord is niet correct:
.
om het te accepteren en voeg