FastCheck
wielen geprogrammeerd moeten worden. Na het bedienen van de TPMS-
ventielactiveringstool naast het gewenste wiel, wordt bij een succesvolle actie een
bericht op het scherm weergegeven waarop wordt weergegeven dat de ventielcode
is waargenomen en vervolgens de desbetreffende ventielcode weergegeven. Nadat
alle 4 de wielcodes succesvol zijn waargenomen, wordt er een optie aangeboden om
de codes te programmeren.
Opmerking: Vergeet niet de correcte bandenspanningen te resetten als u klaar bent.
Problemen oplossen met betrekking tot de TPMS (controlesysteem van
de bandenspanning)
Als een ventiel niet reageert wanneer deze gestimuleerd wordt met een speciaal
gereedschap, dient u de volgende zaken te controleren:
• De ventiel van de autoband is een TPMS-ventiel.
• De TPMS-activeringstool wijst niet rechtstreeks naar de klepsteel. Het ventiel is van
metaal en voorkomt een goed RF-signaal. Op low-profile autobanden, is het
gebied voor de RF om de zijkant van de autoband te doordringen te smal. Richt
de TPMS-ventielactiveringstool dan voorzichtig halverwege tussen de velg en het
loopvlak van de band
• Controleer of de batterijen in de TPMS-ventielactiveringstool en het TPMS-ventiel
nog voldoende geladen zijn.
• Als er geen reactie komt van het ventiel na het uitvoeren van de controles, dan kan
het TPMS-ventiel defect zijn.
Handmatig TPMS-proces
BMW
Resetten leegloop (RPA – leegloopdetectie van de band)
Het leegloopsysteem bewaakt de drukt in de vier gemonteerde banden tijdens het
rijden met het voertuig.
Het systeem geeft een alarm als de bandenspanning aanzienlijk daalt ten opzichte van
de spanning in de andere banden.
De volgende BMW-voertuigen zijn uitgerust met het RPA-systeem:
BMW 3 serie (E90/E91/E92/E93)
BMW 5 serie (E60/E61)
BMW 7 serie (E65/E66/E67/E68)
BMW X3 (E83)
BMW X5 (E53)
Het is noodzakelijk om ONMIDDELLIJK na iedere correctie van de bandenspanning,
het vervangen van een band of wiel of na het aankoppelen of loskoppelen van een
aanhanger, het resetproces van de RPA te starten. Het resetproces MOET worden
gestart voordat er voor de eerste keer, na het optreden van een van de hierboven
genoemde gebeurtenissen, met het voertuig wordt gereden.
100