Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

VDO ContiSys OBD Bedieningsinstructies pagina 103

Inhoudsopgave

Advertenties

FastCheck
Opmerking: In de live data geeft de banddruk een standaardwaarde aan van
3,5 bar, tot de kleppen worden gedwongen om te zenden.
Renault (Type 1)
Met deze functie kan de gebruiker fouten lezen en wissen, actuele gegevens bekijken,
de lampen van het display van de TPMS controleren en de unit herprogrammeren via
het menu Commando.
De opties van het menu Commando zijn:
1. Kleppen autoband programmeren - Deze optie geeft de gebruiker de
gelegenheid om 1 klep of 4 kleppen te programmeren, door
a. handmatig via het toetsenblok de klepcode in te voeren. Als de sensor nieuw
is staat de code op een etiket en als de sensor is gebruikt moet de band
worden verwijderd en de code worden afgelezen van de sensor
b. De klep wordt automatisch door het gebruik van een TPMS-
ventielactiveringstool gedwongen de code te zenden of de bandenspanning
minstens met 1 bar te laten afnemen of het wiel bij meer dan 20 km/u te laten
roteren. Als de band wordt leeggelaten, duurt het minstens 15 minuten
voordat het ventiel gaat zenden.
Opmerking: Als foutcode 0007 aanwezig is, is automatische codering niet
mogelijk. Als u gebruik maakt van de TPMS-ventielactiveringstool, moet
deze op de band worden geplaatst onder het juiste ventiel. Als de sensor
bekrachtigd is en de verzonden code is ontvangen, zal de servicetool een
geluidssignaal geven om aan te geven dat de actie succesvol is uitgevoerd.
U heeft dan de mogelijkheid de nieuwe code te programmeren.
2. Selecteer de optie winterband - Deze optie wordt in sommige landen gebruikt
tijdens de winter, als de weersomstandigheden winterbanden vereisen.
3. Selecteer de optie zomerband - Deze optie wordt standaard gebruikt of tijdens
de zomer als de winterbanden worden verwisseld.
4. Regeleenheid instellen met de TPMS-optie - Hiermee kan de regeleenheid
worden geprogrammeerd met de TPMS-optie.
5. Regeleenheid instellen zonder de TPMS-optie - De TPMS-optie uitschakelen.
6. Banddruklimieten instellen - Via deze optie kunnen de maximale of minimale
banddruklimieten worden ingesteld.
7. Triggerlimiet wijzigen.
8. De actuator aandrijven - De lampen van het display van de TPMS controleren.
Renault (Type 2)
Bij deze voertuigen moeten alle banden worden opgepompt tot 3,7 bar, om voor een
succesvolle programmering te zorgen. Om ervoor te zorgen dat de ventielen hun
codes zenden, moet er gebruik worden gemaakt van een TPMS-
ventielactiveringstool.
Er wordt een optie geboden om de huidige bandenset (zomer/winter) te selecteren.
Volg de instructies op het scherm, waar de volgorde wordt weergegeven waarin de
99

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor VDO ContiSys OBD

Inhoudsopgave