Voordat u onderhoud aan een onderdeel van het brandstofsysteem uitvoert, moet u de motor afzetten en de
accu loskoppelen. Tap het brandstofsysteem helemaal af. Gebruik een goedgekeurde opvangbak om
brandstof in op te vangen en voor opslaan. Neem eventueel gemorste brandstof onmiddellijk op. Het
materiaal dat u hebt gebruikt om de gemorste brandstof op te vegen, moet in een goedgekeurde container
worden afgevoerd. Al het onderhoud aan het brandstofsysteem moet in een goed geventileerde ruimte
worden verricht. Controleer het systeem altijd op brandstoflekken na het voltooien van
onderhoudswerkzaamheden.
BRANDSTOFLEIDING INSPECTEREN
Inspecteer de brandstofleiding en pompbal visueel op scheuren, zwelling, lekken, hardheid of andere tekenen
van beschadiging. Als u een van deze toestanden aantreft, moet de brandstofslang of pompbal worden
vervangen.
WATERSCHEIDEND BRANDSTOFFILTER
Dit filter haalt vocht en vuil uit de brandstof. Als het filter vol water zit, kan het water worden verwijderd.
Vervang het filter als het verstopt raakt door vuil. Het waarschuwingssysteem wordt geactiveerd als het water
in het brandstoffilter het vol-peil bereikt. Zie Waarschuwingssysteem in Functies en bedieningsorganen.
Zie het Inspectie- en onderhoudsschema voor het juiste onderhoudsinterval.
Verwijderen
a a
c
1.
Haal de verbindingsstang los.
ONDERHOUD
b
2733
40
a -
O-ringen
b -
filter
c -
verhoogde vlakken
nld