Draai de schroefverbinding van de aanvoerverdeler en
de retourcollector met het warmtewisselaarblok altijd
vast met een draaimomentsleutel, ingesteld op 12 Nm.
a
Attentie!
Schade aan het gasblok!
Het gasblok mag alleen worden gecontroleerd
op lekkages met een maximale druk van
110 mbar. De werkdruk mag niet hoger zijn dan
60 mbar! Als de druk wordt overschreden kan
het gasblok beschadigd raken.
De elektrische installatie mag enkel door een daarvoor
erkende installateur uitgevoerd worden.
e
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok!
Op de voedingsklemmen in de schakelkast van
het toestel staat ook bij uitgeschakelde aan/uit-
schakelaar elektrische spanning. Schakel vóór
werkzaamheden aan het toestel de stroomtoe-
voer uit en beveilig deze tegen opnieuw inscha-
kelen!
Inbedrijfstelling
Verrijk het CV-water niet met antivries- of corrosiewe-
rende middelen! Wanneer er antivries- of corrosieweren-
de middelen aan het CV-water worden toegevoegd kun-
nen veranderingen in de afdichtingen optreden en kun-
nen er geluiden in de CV-functie ontstaan. Hiervoor (en
voor soortgelijke secundaire schade) kan de fabrikant
geen aansprakelijkheid aanvaarden.
• Informeer de gebruiker over de juiste wijze van vorst-
beveiliging.
a
Attentie!
Gevaar voor materiële schade door verrijking
van het verwarmingswater met ongeschikte an-
tivries- en corrosiewerende middelen!
Antivries- en corrosiewerende middelen kunnen
leiden tot veranderingen aan afdichtingen, gelui-
den in de CV-functie en evt. tot verdere ver-
volgschade.
Gebruik geen ongeschikte antivries- en corro-
siewerende middelen.
Alleen bij aardgas:
Als de aansluitdruk buiten het bereik van 17 tot 30 mbar
ligt, mag het toestel niet in werking worden gesteld!
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem 0020076265_00
Veiligheidsaanwijzingen en normen 3
Inspectie en onderhoud
Inspectie, onderhoud en reparaties mogen alleen door
een erkend installateur met een PI- en PO-Certificaat
(Periodieke Inspectie en Periodiek Onderhoud) worden
uitgevoerd. Niet-uitgevoerde inspectie- en onderhouds-
werkzaamheden kunnen leiden tot materiële schade en
lichamelijk letsel.
De elektrische installatie mag enkel door een daarvoor
erkende installateur uitgevoerd worden.
Gevaar!
e
Levensgevaar door elektrische schok!
Op de voedingsklemmen in de schakelkast van
het toestel staat ook bij uitgeschakelde aan/uit-
schakelaar elektrische spanning. Schakel vóór
werkzaamheden aan het toestel de stroomtoe-
voer uit en beveilig deze tegen opnieuw inscha-
kelen!
• Bescherm de schakelkast tegen spatwater.
d
Gevaar!
Explosiegevaar door gaslekkages!
Controleer bij inbedrijfstelling, onderhoud en re-
paratie altijd alle gasvoerende onderdelen, in-
clusief de branderafdichtingen op gasdichtheid.
Een elektronische gasdetector wordt aangera-
den.
Gevaar!
H
Gevaar voor verbranding!
Bij de ketel en alle watervoerende componenten
bestaat het gevaar voor letsel en brandwonden.
Voer werkzaamheden aan deze onderdelen pas
uit als deze zijn afgekoeld.
Verhelpen van storingen
• Koppel het toestel vóór aanvang van de werkzaamhe-
den los van het elektriciteitsnet. Sluit de gaskraan en
de onderhoudskranen.
• Maak het toestel leeg, wanneer u watervoerende com-
ponenten van het toestel wilt vervangen.
e
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok!
Op de voedingsklemmen in de schakelkast van
het toestel staat ook bij uitgeschakelde aan/uit-
schakelaar elektrische spanning. Schakel vóór
werkzaamheden aan het toestel de stroomtoe-
voer uit en beveilig deze tegen opnieuw inscha-
kelen!
• Let erop, dat geen water op de stroomvoerende com-
ponenten (bijv. schakelkast e.d.) druppelt.
• Gebruik alleen nieuwe afdichtingen en O-ringen.
• Voer na voltooiing van de werkzaamheden een func-
tiecontrole uit.
9