Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Rookgasaansluiting; Algemene Aanwijzingen; Verbrandingsluchttoevoer-/ Rookgasafvoersystemen; Condenswaterafvoer - AWB HRM/3 Series Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

5.7

Rookgasaansluiting

5.7.1

Algemene aanwijzingen

Het toestel kan worden gebruikt met verschillende ver-
brandingsluchttoevoer-/rookgasafvoersystemen. De ver-
brandingslucht kan uit de plaatsingsruimte worden ge-
nomen of van buiten via een verbrandingsluchtaanslui-
ting worden aangevoerd. De lucht kan uit de ruimte wor-
den genomen waarin de ketel geïnstalleerd is (installatie
type B) of deze wordt van buiten via een verbrandings-
luchtleiding aangevoerd (installatie type C).
Als de ketel in een ruimte met veel stof of chemische
stoffen is geplaatst, is een installatie van het type C aan
te raden.
Het rookgasafvoersysteem moet geschikt zijn voor de
afvoer van de rookgassen. De rookgasleiding moet ge-
schikt zijn voor temperaturen tot 120 °C en een overdruk
van 200 Pa. Deze moet geschikt zijn voor HR-gasketels.
De leidingen moeten zijn voorzien van de CE-markering
of overeenkomstig de nationale eisen toegelaten zijn. De
uitvoering van het verbrandingsluchttoevoer-/rookgasaf-
voersysteem moet u conform de technische informatie
en montagehandleidingen van de fabrikant van de rook-
gasleidingen uitvoeren. Het rookgasafvoersysteem moet
conform de geldige norm worden ontworpen.
a
Attentie!
Het maximale drukverlies in het verbrandings-
luchttoevoer-/rookgasafvoersysteem moet ge-
ringer zijn dan de in de volgende tabel aangege-
ven waarden.
Toesteltype
Eenheid
HRM 120/3
Pa
HRM 160/3
Pa
HRM 200/3
Pa
HRM 240/3
Pa
HRM 280/3
Pa
Tabel 5.2 Drukverlies
Onafhankelijk van het type rookgasleiding dat wordt ge-
kozen, moet de rookgasbuis een verval van 3° naar het
toestel toe hebben. Dit verval maakt de afvoer van het
condenswater in de richting van het toestel mogelijk.
Een verval van 3° komt overeen met een verval van ca.
50 mm per meter buislengte.
De luchttoevoer moet zodanig zijn uitgevoerd dat geen
regenwater in de ketel kan komen. Binnenkomend regen-
water kan leiden tot kortsluiting van elektrische onder-
delen en tot corrosie in het toestel.
Neem voor meer informatie over de configuratie en over
de dienovereenkomstige toebehoren contact op met de
afdeling TPA van AWB.
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem 0020076265_00
5.7.2
De gebruikte rookgasafvoersystemen moeten duidelijk
kunnen worden geïdentificeerd. De uitvoering van het
verbrandingsluchttoevoer-/rookgasafvoersysteem moet
u conform de technische informatie en montagehandlei-
dingen van de fabrikant van de rookgasleidingen uitvoe-
ren. Het voltooide rookgasafvoersysteem moet u marke-
ren met het voorgeschreven typeplaatje.
5.8
De pH-waarde van het rookgascondenswater ligt tussen
3,5 en 4,5.
Het condenswater bevat geen ongeoorloofde zware me-
taalionen.
De samenstelling ervan voldoet aan de richtwaarden
voor indirecte lozingen conform ATV werkblad A 251.
Het toestel is uitgerust met een condenswatercollector
en een condenswaterafvoer met sifon. Het condenswater
dat bij de verbranding ontstaat, wordt ofwel direct via de
sifon in de riolering geleid of eerst geneutraliseerd en
daarna in de riolering geleid.
• Vul vóór de inbedrijfstelling van de HR-gasketel de
condenswatersifon met water.
h
Maximaal
drukverlies
100
150
150
150
150
Afb. 5.9 Sifon
Legenda
1
2 Afvoerslang naar de afvoer
3 Slang van condenswaterval naar sifon
Verbrandingsluchttoevoer-/
rookgasafvoersystemen

Condenswaterafvoer

Aanwijzing!
Op de rookgasaansluiting van het toestel is een
condenswaterval geïnstalleerd die voorkomt dat
verontreinigd condenswater in de ketel komt. De
condenswaterafvoer van deze condenswaterval
is aangesloten op de sifon van de ketel.
3
2
Sifon
Installatie 5
1
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Hrm 120/3Hrm 160/3Hrm 200/3Hrm 240/3Hrm 280/3

Inhoudsopgave