Automa‐
tisch
lampje
Modus
Aan
H4
Modus
Aan
H5
Modus
Aan
H6
1) De kookplaat detecteert het kookproces en ac‐
tiveert de ventilatorsnelheid overeenkomstig de
automatische modus.
2) De kookplaat detecteert het bakproces en acti‐
veert de ventilatorsnelheid overeenkomstig de au‐
tomatische modus.
3) Deze modus activeert de ventilator en de ver‐
lichting en vertrouwt niet op de temperatuur.
De automatische modus wijzigen
1. Schakel het apparaat uit.
2. Gedurende 3 seconden
Het display gaat aan en uit.
3. Raak
3 seconden aan totdat
gaat branden.
4. Aanraken
tot pas
branden.
5. Aanraken
van de Timer om een
automatische modus te selecteren.
Schakel de automatische
modus van de functie uit om
de afzuigkap direct op het
afzuigkappaneel te
bedienen.
Als je klaar bent met koken
en de kookplaat uitschakelt,
werkt de ventilator mogelijk
nog even. Daarna schakelt
het systeem de ventilator
automatisch uit en wordt
voorkomen dat je de
ventilator per ongeluk in de
komende 30 seconden
activeert.
Bak‐
1)
Koken
2)
ken
Ventila‐
Ventila‐
torsnel‐
torsnel‐
heid 1
heid 1
Ventila‐
Ventila‐
torsnel‐
torsnel‐
heid 1
heid 2
Ventila‐
Ventila‐
torsnel‐
torsnel‐
heid 2
heid 3
aanraken.
of
gaat
De ventilatorsnelheid handmatig
bedienen
Je kunt de functie ook handmatig
bedienen. Raak daartoe
kookplaat actief is. Hierdoor wordt de
automatische werking van de functie
uitgeschakeld en kun je de
ventilatorsnelheid handmatig wijzigen.
Als je op
drukt, wordt de
ventilatorsnelheid met één verhoogd. Als
je een intensief niveau bereikt en weer
op
drukt, stel je de ventilatorsnelheid
in op 0 waardoor de afzuigkapventilator
uitschakelt. Om de ventilator weer te
starten met ventilatorsnelheid 1, raak je
aan.
Schakel de kookplaat uit en
weer aan om de
automatische bediening van
de functie te activeren.
Het lampje inschakelen
Je kunt de kookplaat instellen om het
licht automatisch te activeren wanneer je
de kookplaat activeert. Hiervoor stel je
de automatische modus in op H1 – H6.
Het lampje op de afzuigkap
schakelt 2 minuten na het
uitschakelen van de
kookplaat uit.
6.15 Vermogensbeheer-
functie
• Kookzones zijn gegroepeerd volgens
de locatie en het aantal fasen in de
kookplaat. Zie de afbeelding.
• Elke fase heeft een maximale
elektriciteitslading.
• De functie verdeelt het vermogen
tussen kookzones die zijn
aangesloten op dezelfde fase.
• De functie wordt geactiveerd als de
totale elektriciteitslading van de
kookzones aangesloten op een
enkele fase wordt overschreden.
• De functie verlaagt het vermogen
naar de andere kookzones die zijn
aangesloten op dezelfde fase.
• Het kookstanddisplay van de
verlaagde zones verandert tussen
twee niveaus.
NEDERLANDS
17
aan als de