Inhoudsopgave
Advertenties
LEROY-SOMER
3.3 - Aansluiting van de
stuurelektronica
• De ingangen van de POWERDRIVE zijn in
positieve logica geconfigureerd. De combinatie
van een regelaar met een sturing die in een andere logica
geprogrammeerd is, kan leiden tot het ongewenst
opstarten van de motor.
• In de regelaar zijn de stuurkringen geïsoleerd van
de vermogenskringen door een eenvoudige isolatie
(IEC 664-1). De installateur moet ervoor zorgen dat de
uitwendige
stuurkringen
beschermd zijn.
• Indien de stuurkringen aangesloten moeten
worden op kringen die aan de SELV-veiligheidsnormen
voldoen, moet er een bijkomende isolatie voorzien wor-
den om de SELV-classificatie te behouden.
3.3.1 - Karakteristieken van de stuurklemmen-
stroken
3.3.1.1 - Karakteristieken van de klemmenstroken
"Analoge in/uitgangen" (PX1)
1
10V
Interne analoge spanningsbron +10 V
Nauwkeurigheid
Maximum uitgangsstroom
2
AI1+
Differentiële analoge ingang 1 (+)
3
AI1-
Differentiële analoge ingang 1 (-)
Fabrieksinstelling
Karakteristieken
Resolutie
Aftasting
Spanningsingang
Volledig spanningsbereik
Maximumspanning
Ingangsimpedantie
Stroomingang
Stroombereik
Maximumspanning
Maximumstroom
Ingangsimpedantie
4
0V
0 V gemeenschappelijke logicaschakeling
De 0 V van de elektronica is op de metalen massa van de
regelaar aangesloten.
24
INSTALLATIEHANDLEIDING
POWERDRIVE
Frequentieregelaar
AANSLUITINGEN
tegen
menselijk
contact
± 2 %
20 mA
Analoge ingang ± 10 V
Tweepolige spanning
(differentiële modus en
gemeenschappelijke modus)
of eenpolige stroom (enkel
gemeenschappelijke modus,
sluit klem 3 op 0 V aan)
13 bits + teken
2 ms
± 10 V ± 2 %
27 V
95 kΩ
0 tot 20 mA ± 5 %
27 V / 0 V
50 mA
100 Ω
5
ADI2
Analoge of digitale ingang 2
Fabrieksinstelling
Karakteristieken
Resolutie
Aftasting
Spanningsingang
Volledig spanningsbereik
Maximumspanning
Ingangsimpedantie
Stroomingang
Stroombereik
Maximumspanning
Maximumstroom
Ingangsimpedantie
Digitale ingang (indien aangesloten op +24 V)
Grenswaarden
Spanningsbereik
Maximumspanning
Belasting
Grenswaarde ingang
Analoge of digitale ingang of motorsonde
6
ADI3
(PTC)
Fabrieksinstelling
Karakteristieken
Resolutie
Aftasting
Spanningsingang
Volledig spanningsbereik
Maximumspanning
Ingangsimpedantie
Digitale ingang (indien aangesloten op +24 V)
Grenswaarden
Spanningsbereik
Maximumspanning
Belasting
Grenswaarde ingang
Ingang motorsonde
Interne spanning
Grenswaarde storingen
Grenswaarde reset
7
AO1
Analoge uitgang 1
8
AO2
Analoge uitgang 2
Fabrieksinstelling
Karakteristieken
Resolutie
Aftasting
Spanningsuitgang
Spanningsbereik
Belastingsweerstand
Beveiliging
Stroomuitgang
Stroombereik
Maximumspanning
Belastingsweerstand
3902 nl - 2009.01 / d
Analoge ingang 4-20 mA
Tweepolige spanning
(gemeenschappelijke
modus) of eenpolige stroom
9 bits + teken
2 ms
± 10 V ± 2 %
27 V
95 kΩ
0 tot 20 mA ± 5 %
27 V / 0 V
50 mA
100 Ω
0: < 5 V
1: > 10 V
0 tot +24 V
27 V / 0 V
50 kΩ
7,5 V
Analoge ingang 0-10 V
Analoge spanning (gemeen-
schappelijke modus)
10 bits
2 ms
10 V ± 2 %
27 V
50 kΩ
0 : < 5 V
1 : > 10 V
0 tot +24 V
27 V / 0 V
95 kΩ
7,5 V
5 V
≥ 3,3 kΩ
< 1,8 kΩ
Analoge uitgang 1 4-20 mA
Analoge uitgang 2 ± 10 V
Tweepolige analoge
spanning (gemeenschapp.
modus) of eenpolige stroom
AO1: 15 bits + teken
AO2: 11 bits + teken
2 ms
± 10 V
min. 2 kΩ
Kortsluiting (max. 40 mA)
0 tot 20 mA
+10 V
max. 500 Ω
Advertenties
Inhoudsopgave
