7. Zet desgewenst de ventilator aan.
De ventilator kent meerdere snelheidsinstellingen
en een automatische instelling. Wanneer de auto-
matische instelling gekozen wordt, zal de snelheid
van de ventilator automatisch toenemen en afne-
men als de snelheid van de band toeneemt en
afneemt.
Druk herhaaldelijk op de
ventilatortoetsen om een
ventilatorsnelheid of de
automatische instelling te
kiezen of om de ventilator
uit te zetten.
8. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Ga op de voetrails staan, druk op de toets Stop
en stel de helling van de loopband in op nul.
De helling van de loopband moet, wanneer u
de loopband in de opbergstand inklapt, op nul
staan anders kunt u de loopband beschadigen.
Verwijder vervolgens de sleutel uit het bedie-
ningspaneel en berg deze veilig op.
Druk dan de schakelaar in de off-stand (uit) en trek
de stroomsnoer uit. BELANGRIJK: als u dit niet
doet, kunnen de elektrische onderdelen van de
loopband voortijdig slijten.
HOE EEN VOORAF INGESTELDE WORKOUT TE
GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Raadpleeg HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
op bladzijde 21.
2. Kies een vooraf ingestelde workout.
Druk herhaaldelijk op de toets Calorie (calorieën),
op de toets Incline (helling), op de toets Intensity
(intensiteit) of op de toets Speed (snelheid) om
een vooraf ingestelde workout te kiezen totdat de
gewenste workout op de display verschijnt.
Wanneer u een vooraf ingestelde workout kiest, zal
de display de tijdsduur van de workout en de naam
van de workout aangeven. Bovendien zal er een
profiel van de snelheidsinstellingen van de workout
op de matrix verschijnen. Wanneer u voor een calo-
rie workout kiest, zal het geschatte aantal calorieën
dat u zult verbranden in de naam van de workout
verschijnen.
3. Start de workout.
Druk op de toets Start of op de toenametoets
Speed (snelheid) om met de workout te starten.
Eventjes nadat u op de toets gedrukt heeft, zal de
loopband zich automatisch aanpassen aan de eer-
ste snelheids- en hellinginstelling van de workout.
Houd de handleuningen vast en begin te lopen.
Iedere workout is in segmenten verdeeld. Er is één
snelheids- en één hellinginstelling voor elk segment
geprogrammeerd. Aandacht: dezelfde snelheids-
en/of hellinginstelling kan voor opeenvolgende
segmenten geprogrammeerd worden.
De profielen
op het tabblad
snelheid en
het tabblad
helling zullen
uw vordering
tijdens de
workout aan-
geven. Het opflikkerende segment van het profiel
stelt het huidige segment van de workout voor.
De hoogte van het opflikkerende segment geeft
de snelheids- of hellinginstelling voor het huidige
segment aan. Aan het einde van elk segment, zal
een serie tonen te horen zijn en zal het volgende
segment van het profiel beginnen op te flikkeren.
Als een andere snelheids- en/of hellinginstelling
voor het volgende segment geprogrammeerd is,
dan zal de snelheids- en/of hellinginstelling een
paar seconden lang in de display opflikkeren om
u te waarschuwen en zal de loopband zich auto-
matisch aanpassen aan de nieuwe snelheids- en
hellinginstelling.
De workout zal zo doorgaan tot het laatste segment
van het profiel in de display opflikkert en het laatste
segment eindigt. De band zal dan langzaam tot
stilstand komen.
23
Huidig Segment