Ovenverlichting vervangen
Waarschuwing, gevaar voor elektrocutie! Voor u de afdekking van de
ovenlamp opent, moet het apparaat van de stroomvoeding worden ge-
scheiden. Zekering uitschakelen of uitdraaien!
Laat het apparaat en de lamp in elk geval afkoelen voor u de lamp ver-
vangt. Lampen worden bij het gebruik heet!
Type: 25 W, 230/240 V, fitting: E14
Belangrijk: temperatuurbestendig tot 300 °C!
Deze lampen zijn verkrijgbaar bij de KÜPPERSBUSCH klantenservice of in de
gespecialiseerde elektriciteitszaak.
Als de glazen afdekking vastzit (m.a.w. niet meteen loskomt, bijvoorbeeld
door verontreiniging na langer gebruik), kan het bij het uitdrukken van de
afdekking gebeuren dat er glas afschilfert. Houd dan bij het drukken een
doek over de glazen afdekking om schilfers op te vangen.
Gloeilamp vervangen:
– Houder bakplaat/rooster af-
schroeven.
– Voorzichtig de glazen afdekking
met een schroevendraaier eruit
drukken.
– Defecte gloeilamp uitdraaien en
een nieuwe indraaien.
– Glazen afdekking weer op zijn
plaats drukken.
Typeplaatje
Als u de klantenservice nodig hebt of als u reservedelen bestelt, vermeld dan
de gegevens op het typeplaatje.
Het typeplaatje van de oven bevindt zich rechts
aan de zijkant en is zichtbaar als de ovendeur
wordt geopend.
– Noteer deze gegevens voor eventuele vragen
aan onze klantenservice.
Fabricagenummer oven
Modelnaam oven
Modelnaam kookplaat
GEH 6400.0
Montage-instructies voor
gespecialiseerd personeel
Veiligheidsinstructies
Lees ook de veiligheidsinstructies op pag. 59!
Opgelet! De voor de aansluiting van de apparaten toegelaten categorie kan
regionaal verschillen. In geval van twijfel bij de plaatselijke gasmaatschappij
informeren welke apparatencategorie in aanmerking komt. Controleer of de
gegevens op het typeplaatje met de plaatselijke aansluitvoorwaarden (gas-
type en gasdruk) en de instelling van het apparaat overeenkomen. Bij afwij-
kingen moet het apparaat desbetreffend worden aangepast! Alle instelwaar-
den voor het apparaat zijn in deze handleiding vermeld. Dit apparaat wordt
niet op een afvoerschouw voor verbrande gassen aangesloten.
Bij de aansluiting op het gasnet moeten in het bijzonder de desbetreffende
voorschriften worden nageleefd van de instellingen in het land waarin het
apparaat wordt gebruikt. In Duitsland en Oostenrijk zijn dit:
DVGW-TRGI 1986 Technische Regels voor Gasinstallatie (Duitsland)
TRF 1988/1996 Technische Regels Vloeibaar Gas (Duitsland)
ÖVGW-TRGI en TRG 2 Deel 1 Technische Regels (Oostenrijk)
Voorschriften van de plaatselijke gasmaatschappij en de overheid (bijv.
m.b.t. brandveiligheid) moeten eveneens worden nageleefd.
Aansluiting en ingebruikneming evenals onderhoud, reparaties en het instellen
en aanpassen mogen uitsluitend door een erkende gasinstallateur en in over-
eenstemming met de geldende veiligheidsvoorschriften worden uitgevoerd.
Daarbij moeten de wettelijk erkende voorschriften en de aansluitvoorwaarden
van de plaatselijke gasmaatschappij strikt worden nageleefd. Ondeskundig uit-
gevoerde werken vormen een risico voor de veiligheid van de gebruiker!
Dit apparaat wordt niet op een afvoerschouw voor verbrande gassen aan-
gesloten. Het moet volgens de geldende installatievoorwaarden worden op-
gesteld en aangesloten. In het bijzonder moet op een aangepaste ventilatie
worden gelet.
Wanneer de aansluitstekker van het apparaat niet toegankelijk is, het apparaat
door LS-schakelaars, zekeringen of contactoren met minstens 3 mm contac-
topeningswijdte beveiligen.
Bij alle reparaties het apparaat altijd met één van deze installaties stroom-
loos maken en de gastoevoer afsluiten.
Het apparaat wordt met stekker geleverd en mag alleen op een reglementair
geïnstalleerde, geaarde contactdoos worden aangesloten. De installatie van
een contactdoos of het vervangen van de aansluitkabel mag alleen door een
elektrotechnicus worden uitgevoerd, waarbij de geldende voorschriften
moeten worden nageleefd.
De geaarde contactdoos moet buiten de inbouwruimte liggen.
De ventilatieopeningen mogen niet worden afgedekt.
Bij het omschakelen van aardgas op vloeibaar gas moeten in elk geval de
hoofd- en kleinstandspuitstukken worden vervangen. Er mogen alleen spe-
ciale, bij de klantenservice bestelde spuitstukken worden gebruikt! Dat geldt
ook in het omgekeerde geval. De aanpassing mag uitsluitend door een er-
kend vakman worden uitgevoerd.
Aanpassingen aan andere gassoorten moeten blijvend op het typeplaatje
worden vermeld. Gebruik hiervoor steeds de stickers die met de speciale
spuitstukken worden meegeleverd!
Wijzigingen aan het apparaat zijn alleen met uitdrukkelijke toestemming van
de fabrikant toegelaten.
Bij het ingebouwde apparaat mag geen contact mogelijk zijn met onderdelen
die bij het gebruik onder spanning staan.
67