Direct afdrukken met
Windows 98 SE, Windows Me,
Windows NT 4.0, Windows 2000,
Windows XP en
Windows Server 2003
Printer
Opmerking:
Als u het IP-adres niet
weet, drukt u een pagina met
netwerkinstellingen af en kijkt u in het
gedeelte TCP/IP. Zie "Pagina met
netwerkinstellingen afdrukken" op
pagina 33 en "IP-instellingen
controleren" op pagina 35 voor meer
informatie.
Rechtstreeks afdrukken onder
Windows 95 en Windows 98
(eerste editie)
Gedeeld afdrukken via een
server onder Windows NT 4.0,
Windows 2000, Windows XP en
Windows Server 2003
Server
Printer
Clients
Een aangepast printerstuurprogramma en een speciale netwerkpoort installeren:
1
Start de cd met stuurprogramma's.
2
Klik op Install Software (Software installeren).
3
Klik op Printer and Software (Printer en software).
4
Klik op Agree (Akkoord) om aan te geven dat u akkoord gaat met de
licentieovereenkomst.
5
Selecteer Suggested (Aanbevolen) en klik dan op Next (Volgende).
6
Selecteer Network Attached (Op netwerk aangesloten) en klik op
Next (Volgende).
7
Selecteer de printer die u aan het instellen bent en klik op Next (Volgende).
8
Klik op Add Port (Poort toevoegen).
Clients
9
Selecteer Lexmark Enhanced TCP/IP Network Port (Lexmark verbeterde
TCP/IP-netwerkpoort).
a
b
10
Klik op Finish (Voltooien) om de installatie af te ronden.
11
Druk een testpagina af om te controleren of de printer goed is geïnstalleerd.
Raadpleeg de gebruikershandleiding op de cd met documentatie voor meer informatie
over rechtstreeks afdrukken onder Windows 95 en Windows 98 (eerste editie).
Sluit uw printer aan op een computer met Windows NT 4.0, Windows 2000 Windows
XP, of Windows Server 2003 (die fungeert als server) en volg deze stappen om uw
netwerkprinter te configureren voor gedeeld afdrukken:
1
Aangepast printerstuurprogramma installeren
a
b
c
d
e
f
g
h
Configureren voor TCP/IP
Geef een poortnaam op.
Dit kan elke willekeurige naam zijn waarmee u de printer associeert,
bijvoorbeeld Kleur1-lab4. Nadat de poort is gemaakt, verschijnt deze
naam in de lijst van beschikbare poorten.
Geef het IP-adres op in het tekstvak.
Als u het IP-adres niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af
en kijkt u in het gedeelte TCP/IP. Zie "Pagina met netwerkinstellingen
afdrukken" op pagina 33 voor hulp bij het afdrukken van de pagina met
netwerkinstellingen.
Start de cd met stuurprogramma's.
Klik op Install Software (Software installeren).
Klik op Printer and Software (Printer en software).
Klik op Agree (Akkoord) om aan te geven dat u akkoord gaat met de
licentieovereenkomst.
Selecteer Suggested (Aanbevolen) en klik dan op Next (Volgende).
Selecteer Local Attached (Lokaal aangesloten) en klik op Next (Volgende).
In de map Printers op de computer wordt een printerobject gemaakt. U deelt
de printer in stap 2 "Printer delen in het netwerk"
Klik op Finish (Voltooien) om de installatie af te ronden.
Druk een testpagina af om te controleren of de printer goed is geïnstalleerd.
37