Stap 11: Stuurprogramma's installeren voor afdrukken
via het netwerk
Windows
Printerconfiguratie
Rechtstreeks
• De printer is rechtstreeks op het netwerk aangesloten via een netwerkkabel
(bijv. USB).
• De printerstuurprogramma's worden op elke netwerkcomputer geïnstalleerd.
Gedeeld
• De printer wordt via een lokale kabel (bijv. Ethernet) aangesloten op een van de
computers in het netwerk.
• De printerstuurprogramma's worden geïnstalleerd op de computer die is
aangesloten op de printer.
• Tijdens de installatie van de stuurprogramma's wordt de computer ingesteld op
"gedeeld", zodat andere computers in het netwerk hun afdruktaken via deze
computer kunnen leiden.
Nadat u de TCP/IP-instellingen hebt toegewezen en gecontroleerd, kunt u beginnen
met het installeren van de printer op elke netwerkcomputer.
In een Windows-omgeving kunt u netwerkprinters configureren voor rechtstreeks
afdrukken of voor gedeeld gebruik. Voor beide manieren van afdrukken via een netwerk
is het vereist dat u een printerstuurprogramma installeert en een printerpoort maakt in
het netwerk.
Ondersteunde printerstuurprogramma's
•
Systeemstuurprogramma van Windows
•
Speciaal printerstuurprogramma van Lexmark
Systeemstuurprogramma's zijn ingebouwd in de Windows-besturingssystemen.
De aangepaste stuurprogramma's staan op de cd met stuurprogramma's.
De nieuwste versies van de systeemstuurprogramma's en de aangepaste
stuurprogramma's zijn te vinden op de website van Lexmark op www.lexmark.com.
Ondersteunde printerpoorten
•
Microsoft IP-poort - Windows NT 4.0, Windows 2000, Windows XP en
Windows Server 2003;
•
Lexmark netwerkpoort - Windows 95/98/Me, Windows NT 4.0, Windows 2000,
Windows XP en Windows Server 2003.
Voor de elementaire printerfunctionaliteit kunt u een systeemstuurprogramma
installeren en een systeempoort gebruiken, zoals een LPR-poort of een standaard
TCP/IP-poort. Met het systeemstuurprogramma hebt u de beschikking over een
consistente gebruikersinterface die kan worden gebruikt voor alle printers in het
netwerk. Wanneer u een aangepast printerstuurprogramma gebruikt in combinatie met
een speciale netwerkpoort, beschikt u over extra functionaliteit, zoals statusmeldingen
van de printer.
Configureer de netwerkprinter aan de hand van de stappen die van toepassing zijn op
de printerconfiguratie en het besturingsprogramma dat u gebruikt:
Configureren voor TCP/IP
36
Besturingssysteem
Windows 98 SE,
Windows Me, Windows 2000,
Windows XP, of
Windows Server 2003
Windows 95,
Windows 98 (eerste editie)
Windows NT 4.0
Windows NT 4.0,
Windows 2000, Windows XP,
of Windows Server 2003
Ga naar pagina...
37
37
37