Stap 8: Kabels en netsnoer aansluiten
VOORZICHTIG:
Sluit tijdens hevig
onweer geen kabels aan op een
communicatiepoort, een telepoort of
andere aansluitingen en verwijder onder
dergelijke weersomstandigheden ook
geen kabels.
Kabeltypen
USB
Alle modellen beschikken
standaard over een USB-poort.
De besturingssystemen
Windows 98 SE, Windows Me,
Windows 2000, Windows XP en
Windows Server 2003
ondersteunen USB-
aansluitingen. Op sommige
UNIX-, Linux- en Macintosh-
computers worden USB-
aansluitingen ook ondersteund.
Raadpleeg de documentatie bij
het besturingssysteem van de
computer om na te gaan of uw
systeem USB ondersteunt.
Voor een USB-poort is een
USB-kabel vereist, zoals het
Lexmark artikelnummer
12A2405 (2 meter). Zorg dat het
USB-symbool op de kabel
overeenkomt met het USB-
symbool op de printer.
Glasvezel is een soort Ethernet, maar hiervoor worden andere kabels gebruikt. Verschillende glasvezel Ethernet-poorten zijn
beschikbaar op optionele MarkNet printerserverkaarten die in de printer kunnen worden geïnstalleerd. Als u een optionele
glasvezelkaart hebt aangeschaft, raadpleegt u "Optionele kaart installeren" op pagina 25 voor hardware-instructies.
Draadloze 802.11b-opties Met behulp van een optionele draadloze 802.11b-printeradapter kunt u de printer gebruiken in een
draadloos netwerk. Deze adapter is een hardwareonderdeel dat op de Ethernet-poort op de printer wordt aangesloten. Als u deze
adapter hebt aangeschaft voor de printer, vindt u in de documentatie bij de adapter informatie over de installatie en configuratie.
U kunt de printer aansluiten op een netwerk of direct op een computer voor
lokaal gebruik.
Lokaal
Parallel
Het basismodel beschikt
standaard over een parallelle
poort. Voor netwerkmodellen is
een parallelle poort verkrijgbaar
als optionele kaart. Meer
informatie vindt u in "Optionele
kaart installeren" op pagina 25.
Als u een optionele kaart voor
een parallelle interface
installeert in een netwerkmodel,
hebt u een parallelle 1284 A-C-
kabel nodig, bijvoorbeeld
Lexmark artikelnummer
11K4078 (1,8 m).
Kabels en netsnoer aansluiten
Serieel
Als u een optionele kaart voor
een seriële interface hebt
geïnstalleerd, kunt u de printer
lokaal aansluiten met een
seriële kabel. Bij serieel
afdrukken worden gegevens
met één bit tegelijk
overgedragen. Hoewel serieel
afdrukken over het algemeen
trager is dan parallel afdrukken,
verdient het de voorkeur
wanneer er een grote afstand is
tussen de printer en de
computer of wanneer er geen
parallelle interface beschikbaar
is.
Voor een seriële poort is een
compatibele seriële kabel
vereist, zoals de Lexmark kabel
met artikelnummer 1038693
(15 m).
31
Netwerk
Ethernet
Het netwerkmodel is standaard
voorzien van een 10BaseT/
100BaseTX Fast Ethernet-
poort.
U kunt de printer aansluiten op
een aansluitpunt van het LAN of
een hub met standaardkabels
die compatibel zijn met het
netwerk. De printer wordt
automatisch aangepast aan de
netwerksnelheid.