–
Let erop dat de branderafdichting niet verdraait en
volledig in de groef is gedrukt.
2.
Plaats de brandermodule (1) op het ketellichaam en
draai de module naar rechts tot aan de aanslag.
3.
Schroef de moeren (4) kruiselings vast.
–
Draaimoment: 6 Nm
4.
Plaats de ontstekingskabel en aardingsleiding op de
ontstekings- en bewakingselektrode.
5.
Plaats de ontstekingskabel op de bewakingselektrode.
6.
Schroef de gasleiding weer op de messingnippel aan
de achterwand. Borg daarbij met een tweede schroef-
sleutel op de messingaansluiting. Vervang daarbij evt.
de afdichting.
–
Draaimoment: 34 Nm
7.
Plaats de drukmeetslang weer op de bovenkant van het
gasblok.
8.
Plaats de luchtaanzuigslang (3) zonder verdraaiing op
de geluidsdemper en bevestig hem met de klem.
–
De uitgang van de geluidsdemper moet naar onde-
ren wijzen.
9.
Plaats de kabels naar de ventilatormotor en het gasblok
weer.
10. Open de gastoevoer naar het product.
8.10
Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden
afsluiten
Nadat u alle onderhoudswerkzaamheden hebt afgesloten:
▶
Controleer alle besturings-, regel- en bewakingsinrichtin-
gen op goede werking.
▶
Controleer het product en de VLT/VGA m.b.v. het test-
programma P.10 op dichtheid.
▶
Controleer ontsteking en regelmatig vlambeeld van de
brander (diagnosepunt D.44: < 250 = zeer goede vlam, >
700 geen vlam).
▶
Controleer de gasaansluitdruk (gasstroomdruk).
(→ Pagina 17)
▶
Controleer het CO₂-gehalte en stel het evt. in (luchtgetal-
instelling). (→ Pagina 18)
▶
Noteer elk uitgevoerd onderhoud.
9
Verhelpen van storingen
Een overzicht van de foutcodes vindt u in de bijlage.
Overzicht foutcodes (→ Pagina 30)
9.1
Contact opnemen met servicepartner
Als u zich tot uw servicepartner wendt, dan deelt u indien
mogelijk
–
de weergegeven foutcode (F.xx) mee,
–
de weergegeven status van het product (S.xx).
0020222497_03 ecoVIT Installatie- en onderhoudshandleiding
Verhelpen van storingen 9
9.2
Servicemeldingen controleren
verschijnt bijv. als u een onderhoudsinterval heeft inge-
steld en dit verstreken is of als er een servicemelding is. Het
product bevindt zich niet in de foutmodus.
▶
Roep de Live monitor op. (→ Pagina 17)
Voorwaarde: S.46 wordt weergegeven
Het product bevindt zich in de comfortveiligheidsmodus. Het
product loopt met beperkt comfort verder nadat het een sto-
ring herkend heeft.
▶
Om vast te stellen of een component defect is, leest u het
foutgeheugen uit. (→ Pagina 23)
Aanwijzing
Als er geen foutmelding voorhanden is, zal
het product na een bepaalde tijd automatisch
opnieuw naar het normale bedrijf wisselen.
9.3
Fouten verhelpen
▶
Als er foutmeldingen (F.xx) optreden, verhelpt u de fout
na controle van de tabel in de bijlage of m.b.v. de contro-
leprogramma's. (→ Pagina 16)
Overzicht foutcodes (→ Pagina 30)
Als er meerdere fouten tegelijk optreden, dan geeft het
display de bijbehorende foutmeldingen afwisselend
gedurende telkens twee seconden weer.
▶
Druk op
(max. 3 keer) om het product opnieuw in
gebruik te nemen.
▶
Als u de fout niet kunt verhelpen en deze ook na reset-
pogingen opnieuw optreedt, neem dan contact op met de
klantenservice.
9.4
Foutgeheugen oproepen en wissen
In het foutgeheugen zijn de 10 laatste foutmeldingen be-
schikbaar.
▶
Roep het installateurniveau op. (→ Pagina 15)
▶
Navigeer naar de foutcodes.
◁
Op het display wordt het aantal opgetreden fouten en
de actueel opgeroepen fouten met foutnummer F.xx
weergegeven.
▶
Druk op
of
om de verschillende foutmeldingen op
te roepen.
▶
Navigeer in het installateurniveau naar het diagnosepunt
D.094 om de volledige foutenlijst te wissen.
▶
Zet het diagnosepunt op de waarde 1 en bevestig met
.
23