PROBLEEM
De uitlaatdruk stijgt abrupt tot boven het
instelpunt en benadert de inlaatdruk
De uitlaatdruk is normaal bij lage
stroming, maar daalt tot onder het
instelpunt bij hoge stroming
Uitlaatdruk gaat aan en uit
Er ontsnapt gas uit de veerbehuizing
van de pilot
Er ontsnapt gas uit de slagindicator
Regelaar sluit onverwacht of daalt tot
onder het instelpunt
De uitlaatdruk benadert de inlaatdruk,
wanneer geen stroming gewenst is
De regelaar gaat niet open
De regelaar gaat niet dicht
Hoge afsluitdruk met langzame
uitschakeling
Hoge afsluitdruk met snelle uitschakeling • Stel de begrenzer in op een hogere instelling
Opmerking: als u het probleem niet kunt oplossen aan de hand van deze probleemoplossingstabel, neem dan contact op met uw plaatselijke Verkoopkantoor.
Als de stroming niet in de juiste richting
is, kan er schade optreden. Controleer de
regelaar na montage op afsluiting en lekken
naar de atmosfeer.
Demontage
Demontage van Type EZR
1. Schakel de hoofdafsluiter en de pilot uit, isoleer ze
en maak ze drukloos.
2. Verwijder de slagindicatorgroep of
slagindicatorpluggroep volgens de paragraaf
Onderhoud van de slagindicatorgroep.
3. Verwijder de tapbouten (nummer 3). Til de kap
(nummer 2) op en verwijder deze uit het huis
(nummer 1).
Opmerking
Bij het DN 200 / NPS 8-huis kan de hefflens
(nummer 143) het volle gewicht van de
regelaargroep dragen en kan deze worden
gebruikt om indien nodig de kap op te tillen.
4. Verwijder de membraan- en pluggroep (nummer 9)
en de O-ring van de kap (nummer 28). Gebruik voor
maten DN 50 x 25 / NPS 2 x 1 een schroevendraaier
om de bovenste adapter (nummer 131) te verwijderen.
Tabel 12. Problemen oplossen
• Als de slagindicator in de stand OMHOOG staat, controleer dan of de begrenzer en het pilottoevoerfilter verstopt zijn
• Als de slagindicator in de stand OMLAAG staat, controleer dan de hoofdafsluiter op vuil of beschadiging van de membraan
• Controleer het inlaatfilter van de hoofdafsluiter op verstopping
• Controleer de inlaatdruk bij hoge stroming
• Controleer de afmetingsberekeningen om er zeker van te zijn dat het hoofdafsluiterhuis groot genoeg is voor de belasting
• Controleer of er een te kleine of beperkte stuurleiding is (gebruik de minimale grootte van stap 6 in alle installaties
van het gedeelte "Type EZR installeren").
• Stel de begrenzer in op een lagere instelling
• Stel de begrenzer in op een hogere instelling
• Controleer de plaatsing van de stuurleiding. Zorg dat deze niet in een turbulent gebied is geplaatst.
• Zorg dat er geen beperking in de stuurleiding is, zoals een naaldklep.
• Vervang de membraangroep van de pilot
• Vervang de O-ring van de indicatoras; als de indicator niet gewenst is, ga dan over op een groep zonder slagindicator
• Controleer de pilot op ijs. Vocht in het gas kan zorgen voor ijsvorming en ijsophoping in de pilot, waardoor de stroming
geblokkeerd wordt. Het verwarmen van de regelaar of het toevoegen van antivriesmiddel vermindert de kans op ijsvorming.
• Controleer de O-ringen van de hoofdafsluiter op beschadiging of onjuiste installatie
• Controleer de kooi en de membraanoppervlakken op erosie of achtergebleven vuil
• Controleer de klepplug en zitting van de pilot op beschadiging of vuil in het zittingvlak
• Controleer de pilot op ijs
• Controleer of de stuurleiding verstopt is
• Zorg dat de stuurleiding geïnstalleerd en open is
• Controleer of de membraan van de hoofdafsluiter beschadigd is
• Zorg bij nieuwe installaties dat de stuurleiding en pilottoevoer correct aangesloten zijn
• Zorg dat de pilottoevoer correct aangesloten is
• Controleer of de begrenzer verstopt is
• Controleer of de membraan van de hoofdafsluiter beschadigd is
• Controleer of de stuurleiding defect is
• Controleer of er vuil in de hoofdafsluiter of pilotzitting zit
MOGELIJKE OPLOSSING
5. Trek de kooi (nummer 7), de O-ring (nummer 8) en de
inlaatzeef of zeefring (nummer 23) (als er geen zeef
is) naar buiten. Verwijder bij de maten DN 50 x 25 /
NPS 2 x 1 de onderste adapter (nummer 132).
6. Reinig de onderdelen en vervang ze indien nodig. Om
de O-ring (nummer 121) te vervangen op een kooi
van 152 mm / 6 inch met bevestigde begrenzerplaat
(nummer 71), verwijdert u de tapbouten (nummer 126).
Montage
1. Installeer de inlaatzeef of ring (nummer 23) in het
huis (nummer 1).
Opmerking
Bij installatie in een verticale richting,
brengt u smeermiddel op de onderkant van
de inlaatzeef of de zeefring aan (nummer 23)
om de onderdelen op hun plaats te helpen
houden tijdens het installeren van de kooi.
2. Smeer de O-ring van de kooi licht en installeer
deze (nummer 8).
3. Breng een geringe hoeveelheid smeermiddel
aan op alle O-ringen of op het overeenkomstige
onderdeel voordat u ze installeert.
4. Installeer de kooi (nummer 7) en smeer de O-ring
van de kap licht en installeer deze (nummer 28).
Type EZR
17