Inhoudsopgave
Advertenties
Gastemperatuur (neem voor lagere
temperaturen contact op met uw
plaatselijke verkoopkantoor)
Toepassing
Zware erosie van deeltjes
Aardgas met:
Gehalte aromatische
koolwaterstoffen tot 3%
(3)
Gehalte aromatische
koolwaterstoffen 3 tot 15%
(3)
Gehalte aromatische
koolwaterstoffen 15 tot 50%
(3)
Tot 3% H
S (waterstofsulfide of zuur gas)
2
Max. 3% keton
Max. 10% alcohol
Max. 3% synthetisch smeermiddel
1. Het membraan DN 150 / NPS 6, 17E97 werkt bij gastemperaturen tot wel -29°C / -20°F.
2. Voor differentiële drukken boven 27,6 bar / 400 psig is de membraantemperatuur beperkt tot 66°C / 150°F.
3. De concentratie aromatische koolwaterstoffen is gebaseerd op volumeprocenten.
Constructie
Uitlaat (stuur) drukbereik
15 tot 37 mbar
34 tot 83 mbar
Type 161AY of
83 mbar tot 0,17 bar
161AYM
0.17 tot 0,31 bar
0.31 tot 0,48 bar
0.34 tot 1,0 bar
0.69 tot 2,8 bar
2.1 tot 5,2 bar
Type 161EBM
4.8 tot 9,7 bar
9.0 tot 13,8 bar
13.8 tot 24,1 bar
17.2 tot 31,0 bar
Type 161EBHM
27.6 tot 48,3 bar
1. Minimale instelpunt van monitorpilot is bepaald met een drukverlies van 3,5 tot 10,3 bar / 50 tot 150 psig. Verdubbel ongeveer het minimale instelpunt van de monitorpilot.
Positie "8" heeft de grootste stroming, is het meest stabiel
en het makkelijkst om op te starten, maar het is echter
niet noodzakelijk om positie "8" te gebruiken. Instelling
"0" heeft de kleinste (minimale) stromingdoorgang; op
geen enkel draaipunt zal de Type 112-begrenzer volledig
afsluiten. Na de eerste instelling hoeft de begrenzer niet
verder te worden ingesteld voor onderhoud of opstarten.
Overwegingen bij toepassingen met een
lage stroming
Voor een stabiele werking bij lage stroming moet
naast de pilotinstellingen rekening worden gehouden
met andere overwegingen. Installatie van een te
grote regelaar kan werking bij lage stroming moeilijk
maken. Indien mogelijk moet een kleiner Type EZR
worden gemonteerd. Een trim met verlaagde capaciteit
vermindert de ontlastklepvereisten door de maximaal
mogelijke stroming door de regelaar te verlagen,
maar verbetert de prestaties bij lage stroming niet.
Tabel 8. Informatie over selectie van het membraanmateriaal
17E68 NITRIL (NBR)
-29 tot 66°C / -20 tot 150°F
Beste voor koude temperaturen.
Redelijk
Goed
Slecht
Niet aanbevolen
Goed
Redelijk
Goed
Redelijk
Tabel 9. Prestaties werkmonitor Type EZR
MONITORPILOT
Onderdeelnummer veer
6 tot 15 in. w.c.
0.5 tot 1,2 psig
1.2 tot 2,5 psig
2.5 tot 4,5 psig
4.5 tot 7 psig
5 tot 15 psig
10 tot 40 psig
30 tot 75 psig
70 tot 140 psig
130 tot 200 psig
200 tot 350 psig
250 tot 450 psig
400 tot 700 psig
17E97
NITRIL (NBR)
(1)
-18 tot 66°C / 0 tot 150°F
Beste voor hogedrukcondities, d.w.z.
transmissieservice of industriële
hogedruktoepassingen. Ook het beste voor
schurende en erosieve toepassingen.
Uitstekend
Uitstekend
Goed
Slecht
Goed
Redelijk
Goed
Redelijk
MINIMUMDRUK BOVEN NORMALE DISTRIBUTIEDRUK
WAAROP DE MONITORPILOT KAN WORDEN
INGESTELD MET EEN BEGRENZERINSTELLING VAN 2
1B653927022
2 mbar
1B537027052
2 mbar
1B537127022
34 mbar
1B537227022
34 mbar
1B537327052
34 mbar
17B1260X012
34 mbar
17B1262X012
34 mbar
17B1259X012
41 mbar
17B1261X012
90 mbar
17B1263X012
0.10 bar
17B1264X012
0.21 bar
17B1263X012
0.24 bar
17B1264X012
0.48 bar
Tijdens het ontwerp van een regelaarinstallatie moet
het benedenstroomse leidingvolume zo groot mogelijk
worden gemaakt. Stuurleidingen dienen niet in of in
de buurt van leidingdelen te worden geplaatst waarin
turbulente stroming kan optreden, zoals elleboogstukken
of profielen. Stuurleidingen met een grotere diameter
worden eveneens aanbevolen bij toepassingen met
lage stroming. De grotere stuurleidingen zijn minder
beperkend en verlagen de tegendruk van de pilotafvoer
die instabiliteit kan veroorzaken. Gescheiden detectie-
en afvoerleidingen kunnen ook helpen bij toepassingen
met lage stroming. Dit kenmerk wordt geleverd bij de
pilots van de PRX-serie, Type 161EBM, 161EBHM
en 161AYM. Kranen van de stuurleidingen moeten
op een rechte leiding worden geplaatst; verschillende
pijpdiameters (8 tot 10 bij de grootste leiding op de uitlaat)
benedenstrooms van de regelaar. Deze richtlijnen zijn
gebruikt om de stabiliteit van het station bij lage stroming
te verbeteren.
Type EZR
17E88 FLUORKOOLSTOF (FKM)
-18 tot 127°C
/ 0 tot 260°F
(2)
Beste voor aardgas met aromatische koolwater-
stoffen. Ook het beste voor toepassingen met
een hoge temperatuur.
Goed
Uitstekend
Goed
Redelijk
Goed
1 in. w.c.
(1)
1 in. w.c.
(1)
0.5 psig
(1)
0.5 psig
(1)
0.5 psig
(1)
0.5 psig
(1)
0.5 psig
(1)
0.6 psig
(1)
1.3 psig
(1)
1.5 psig
(1)
3 psig
(1)
3.5 psig
7 psig
13
Advertenties
Inhoudsopgave
