Aandachtspunten met betrekking tot de sensor voor vingerafdrukken
Als u zich niet aan deze richtlijnen houdt, kant dit leiden tot (1)
beschadiging of storing van de sensor, of (2) problemen met de
vingerafdrukherkenning of een lager herkenningspercentage.
■
Kras of duw niet met uw nagels of andere harde of scherpe voorwerpen
op de sensor.
■
Drukt niet hard op de sensor.
■
Raak de sensor niet aan met een natte vinger of natte voorwerpen.
Houd het sensoroppervlak droog en vrij van waterdamp.
■
Raak de sensor niet aan met een vuile vinger. Kleine vuildeeltjes
op een smerige vinger kunnen krassen op de sensor veroorzaken.
■
Plak geen stickers op de sensor en schrijft er niet op.
■
Raak de sensor niet aan met een vinger of een voorwerp met
opgebouwde statische elektriciteit.
Let op het volgende voordat u uw vinger op de sensor plaatst voor opslag,
registratie of herkenning van de vingerafdruk.
■
Was uw handen en droog ze grondig.
■
Verwijder statische elektriciteit van uw vingers door een metalen
oppervlak aan te raken. Statische elektriciteit is een gangbare oorzaak
van sensorstoringen, met name bij droog weer.
■
Reinig de sensor met een pluisvrije doek. Gebruik geen
reinigingsmiddel om de sensor te reinigen.
■
Vermijd het volgende wanneer u uw vingerafdruk vastlegt of wilt laten
herkennen aangezien dit kan leiden tot fouten in de opslag of een
afname in het herkenningspercentage
■
■
■
■
■
Doe het volgende als u het slagingspercentage van de
vingerafdrukherkenning wilt verbeteren.
■
Let twee of meer vingers vast.
■
Leg aanvullende vingers vast als de herkenning vaak mislukt
met de opgeslagen vingers.
■
Controleer de staat van uw vingers. Het herkenningspercentage
neemt af bij veranderingen in de vinger, zoals verwondingen of ruwe,
zeer droge, natte, vuile, vettige, weke of gezwollen vingers. Ook als
de vingerafdruk is verzwakt of als de vinger dunner of dikker wordt,
kan het herkenningspercentage afnemen.
■
De vingerafdruk van elke vinger is verschillend en uniek. Let erop
dat u alleen de geregistreerde of opgeslagen vingerafdruk(ken)
voor identificatie gebruikt.
■
Controleer de positie en de snelheid van uw vinger tijdens het bewegen.
Gebruikershandleiding
Weke of gezwollen vinger (bijvoorbeeld nadat u een bad hebt
genomen)
Verwonde vinger
Natte vinger
Vuile of vettige vinger
Zeer droge huid op de vinger
Basisbeginselen
4-4