8. Plaats het beschermplaatje terug en bevestig het met de schroeven.
9. Plaats de accu-eenheid terug volgens de instructies in hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en
10. Schakel de computer in en controleer of het toegevoegde geheugen
wordt herkend. Open Systeem in Configuratiescherm en klik op
de tab Algemeen.
Een opmerking over een foutmelding aangaande
de geheugenmodule
Als u een geheugenmodule installeert die niet compatibel is met
de computer, gaat het aan/uit-lampje knipperen (0,5 seconde aan,
0,5 seconde uit) op de volgende manieren:
■
Als er alleen een fout in Sleuf A is: knippert herhaaldelijk tweemaal
oranje, daarna blauw.
■
Als er alleen een fout in Sleuf B is: knippert herhaaldelijk oranje,
daarna tweemaal blauw.
■
Als er een fout in Sleuf A en Sleuf B is: knippert herhaaldelijk
tweemaal oranje, daarna tweemaal blauw.
Schakel de computer in elk van deze gevallen uit en verwijder
de incompatibele module(s).
Een geheugenmodule verwijderen
Als u de geheugenmodule wilt verwijderen, zorgt u dat de computer
in de opstartmodus is. Doe daarna het volgende:
1. Zorg dat de computer is uitgeschakeld en alle kabels zijn ontkoppeld.
2. Zet de computer ondersteboven en verwijder de accu en de schroeven
waarmee het afdekplaatje van de geheugenmodules is bevestigd.
3. Schuif uw nagel of een dun voorwerp onder het plaatje en til het op.
4. Til het isolatieblad aan één kant op en duw de klemmetjes naar buiten
om de module los te maken. Eén uiteinde van de module komt omhoog.
5. Pak de module aan weerszijden vast en trek de module eruit.
■
Bij langdurig computergebruik worden de geheugenmodules heet.
Laat de geheugenmodules in dat geval afkoelen tot kamertemperatuur
alvorens de modules te vervangen. Als u de modules eerder aanraakt,
kunt u zich branden.
■
Raak de connectoren op de geheugenmodule en op de computer
niet aan. Vuil op de connectoren kan problemen met de toegang
tot het geheugen veroorzaken.
Gebruikershandleiding
spaarstanden.
Optionele apparaten
8-9