Voer in dergelijke gevallen de volgende stappen uit.
1. Ontlaad de accu volledig door deze in de ingeschakelde computer
te laten tot de stroom automatisch wordt uitgeschakeld.
2. Sluit de netadapter aan.
3. Laad de accu op tot het Accu-lampje blauw gaat branden.
Herhaal deze stappen twee à drie keer tot de accucapaciteit het normale
niveau heeft bereikt.
U verkort de levensduur van de accu als u de netadapter aangesloten laat.
Laat ten minste één keer per maand de computer aan staan totdat de accu
volledig leeg is en laad de accu vervolgens weer op.
Accucapaciteit controleren
De resterende accuspanning kan op de volgende manieren worden
gecontroleerd.
■
Op het accupictogram op de taakbalk klikken
■
Via het Windows Mobility Center-venster
■
Wacht ten minste zestien seconden na het inschakelen van
de computer voordat u probeert de resterende gebruiksduur
te controleren. De computer heeft deze tijd nodig om de resterende
accucapaciteit te controleren en de resterende bedrijfstijd te berekenen
op basis van het huidige stroomverbruik en de resterende
accucapaciteit. De werkelijke resterende bedrijfstijd kan enigszins
afwijken van de berekende tijd.
■
Bij herhaald ontladen en opladen zal de capaciteit van de accu
geleidelijk afnemen. Een veelgebruikte oudere accu zal derhalve
niet zo lang werken als een nieuwe accu, zelfs indien beide volledig
opgeladen zijn.
Gebruiksduur van de accu maximaliseren
De bruikbaarheid van een accu is afhankelijk van de bedrijfstijd die
één acculading levert.
Hoe lang de lading van een accu meegaat, hangt af van de volgende
factoren:
■
CPU-verwerkingssnelheid (afhankelijk van het aangeschafte model)
■
Helderheid van scherm
■
Koelmethode (afhankelijk van het aangeschafte model)
■
Slaapstand
■
Systeem in slaapstand
■
Monitor uit
■
Frequentie en duur van het gebruik van de vaste schijf en het optische
schijfstation
■
Het oorspronkelijke ladingsniveau van de accu
Gebruikershandleiding
Stroomvoorziening en spaarstanden
6-9