Ingebruikneming van het toestel
Vul het waterreservoir met vers, koud
drinkwater.
Als u de eerste koffiedranken na de
eerste ingebruikneming bereidt, kan
het voorkomen dat het toestel tot vijf
keer toe koffiebonen maalt. De koffie-
automaat controleert dan of de hoe-
veelheid koffiepoeder voldoende is
voor een aromatische koffiedrank. Zo
nodig worden er opnieuw koffiebonen
gemalen.
22
Waterhardheid
De waterhardheid geeft aan hoeveel
kalk het water bevat. Hoe hoger het
kalkgehalte, des te harder is het water
en des te vaker moet het toestel worden
ontkalkt.
Het toestel meet de water- en stoomho-
eveelheid die wordt afgenomen. Afhan-
kelijk van de ingestelde waterhardheid
mogen meer of minder dranken worden
bereid, voordat u het toestel moet ont-
kalken.
Stel het toestel op de plaatselijke wa-
terhardheid in. Alleen dan kan het toe-
stel correct functioneren en niet be-
schadigd raken en verschijnt op het
juiste tijdstip het verzoek het ont-
kalkingsprogramma te starten.
U kunt vier standen instellen:
Waterhardheid
0 - 8,4 °dH
(0 -1,5 mmol/l)
8,4 - 14 °dH
(1,5 - 2,5 mmol/l)
14 - 21 °dH
(2,5 - 3,7 mmol/l)
> 21 °dH
(> 3,7 mmol/l)
Hard-
Instelling
heids-
(stand)
graad
(volgens
waterbe-
drijf)
Zacht
Zacht 1
Gemid-
Gemiddeld 2
deld
Hard
Hard 3
Hard
Zeer hard 4