Methodes voor het opgeven van een bestemming > Opgeven van het bestemmingfaxnummer met de cijfertoetsen
Opgeven van het bestemmingfaxnummer met de
cijfertoetsen
De procedure voor het invoeren van een bestemmingsfaxnummer met de cijfertoetsen wordt hieronder uitgelegd.
1
2
Geef het scherm voor het invoeren van faxnummers weer.
Gereed voor verzenden.
FAX
Op de haak
Keten
Direct
Kies opnieuw
Adresboek
Extern adresboek
Functies
Door het nummer in te toetsen met de cijfertoetsen wordt het scherm gewijzigd in het scherm
voor het invoeren van faxnummers.
Voer het faxnummer van het ontvangstsysteem in.
Gereed voor verzenden.
FAX
Op de haak
Subadres
1234567890
Pauze
Spatie
Menu
Vlgde. Best.
Annuleren
Toets
Pauze
Door deze toets in te drukken wordt een wachttijd van ongeveer 3 seconden
ingelast tijdens het kiezen van het nummer. Als u bijvoorbeeld het
ontvangstsysteem opbelt vanaf een externe lijn, dan kunt u deze methode
gebruiken om een pauze in te lassen voor het kiezen van het nummer
verdergaat nadat u een bepaald nummer belt.
Spatie
Invoegen van een spatie.
Verplaatsen van de cursor.
Backspace
Druk om een faxnummer te corrigeren op [Backspace] op het aanraakscherm en
verwijder de cijfers één voor één voor u het faxnummer opnieuw invoert. Om het
nummer helemaal te verwijderen, drukt u op de toets Wissen op het
bedieningspaneel.
Voer het faxnummer van het ontvangstsysteem in met de cijfertoetsen.
Er kunnen maximaal 64 cijfers ingevoerd worden voor het faxnummer van het
ontvangstsysteem.
10:10
Bestem:
Check
bestemm.
Snelkiestoets
Favorieten
10:10
Detailinstell.
instellingen
Backspace
OK
Beschrijving
3-2