7. Open de klemmetjes en verwijder voorzichtig de geheugenmodule uit het geheugencompartiment.
Figuur 42. De geheugenmodule verwijderen
8. Plaats de zijde met uitsparing
geheugenmodule goed aan en draai de geheugenmodule totdat deze vastklikt. Controleer of de
geheugenmodule stevig in de aansluiting zit en niet gemakkelijk beweegt.
Figuur 43. De geheugenmodule installeren
9. Installeer de systeemplaatbescherming. Zie 'De systeemplaatbescherming vervangen' op pagina 72.
Volgende stappen:
• Als u met een ander stuk hardware wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte.
• Als u de installatie of vervanging wilt voltooien, gaat u naar 'Vervangen van de onderdelen voltooien' op
pagina 88.
De kaartlezer vervangen
Attentie: Open uw computer niet of probeer geen reparatie voordat u de 'Lees dit eerst: belangrijke
veiligheidsinformatie' op pagina v hebt gelezen en begrepen.
Om de kaartlezer te vervangen, doet u het volgende:
1. Verwijder alle eventueel aanwezige opslagmedia uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur
uit. Zet dan de computer uit. Haal vervolgens alle stekkers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels
die op de computer zijn aangesloten.
2
van de nieuwe geheugenmodule in de sleuf
1
. Druk de
.
Hoofdstuk 7
Hardware installeren en vervangen
81