9. Plaats de nieuwe Wi-Fi-kaart in de M.2 Wi-Fi-kaartsleuf. Controleer of de Wi-Fi-kaart goed is geplaatst.
Kantel de Wi-Fi-kaart vervolgens omlaag zodat het schroefgat op de Wi-Fi-kaart uitgelijnd is met de
steunnagel op het chassis.
Opmerking: Raak de rand met de inkepingen van de Wi-Fi-kaart niet aan.
Figuur 56. De Wi-Fi-kaart installeren
10. Plaats het plaatje van de Wi-Fi-kaart vervolgens op de Wi-Fi-kaart zodat het schroefgat op het plaatje
uitgelijnd is met de steunnagel op het chassis. Sluit vervolgens de Wi-Fi-antennekabels aan op de
Wi-Fi-kaart en plaats daarna de schroef op het plaatje van de Wi-Fi-kaart om de Wi-Fi-kaart op de
systeemplaat te bevestigen.
Figuur 57. De kabels van de Wi-Fi-antenne verbinden en het plaatje van de Wi-Fi-kaart plaatsen
11. Installeer de systeemplaatbescherming. Zie 'De systeemplaatbescherming vervangen' op pagina 72.
Volgende stappen:
• Als u met een ander stuk hardware wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte.
• Als u de installatie of vervanging wilt voltooien, gaat u naar 'Vervangen van de onderdelen voltooien' op
pagina 88.
Vervangen van de onderdelen voltooien
Nadat u onderdelen hebt geïnstalleerd of vervangen, brengt u de kap van de computer weer aan en sluit u
de losgekoppelde kabels weer aan. Afhankelijk van de onderdelen die u hebt geïnstalleerd of vervangen, kan
het ook nodig zijn om in het programma Setup Utility te controleren of de bijgewerkte informatie correct is.
Raadpleeg 'Werken met het programma Setup Utility' op pagina 45.
U kunt als volgt de kap van de computer terugplaatsen en de kabels weer aansluiten:
1. Controleer of alle componenten weer op de juiste manier in de computer zijn vervangen en of alle losse
schroeven en stukken gereedschap zijn verwijderd. Zie 'Componenten van de computer' op pagina 7
voor de plaats van de verschillende componenten in uw computer.
88
Gebruikershandleiding voor ThinkCentre M700z en M800z