Totaal
Waterhardheid bij specifiek installatievolume
verwar-
mings-
vermo-
≤ 20 l/kW
gen
kW
°dH
mol/m³
> 200 tot
8,4
1,5
≤ 600
> 600
0,11
0,02
1) Liter nominale inhoud/verwarmingsvermogen; bij meerketelin-
stallaties moet het kleinste individuele vermogen ingezet worden.
Opgelet!
Kans op materiële schade door verrij-
king van het verwarmingswater met on-
geschikte additieven!
Ongeschikte additieven kunnen veranderin-
gen aan componenten, geluiden in de CV-
functie en evt. verdere gevolgschade veroor-
zaken.
▶
Gebruik geen ongeschikte antivries- en
corrosiewerende middelen, biociden en
afdichtmiddelen.
Bij ondeskundig gebruik van de volgende additieven werden
met onze producten tot nu toe geen onverdraagzaamheden
vastgesteld.
▶
Neem bij het gebruik absoluut de aanwijzingen van de
fabrikant van het additief in acht.
Voor de verdraagzaamheid van additieven in het overige
CV-systeem en voor de werkzaamheid ervan aanvaarden
we geen aansprakelijkheid.
Additieven voor reinigingsmaatregelen (aanslui-
tend uitspoelen vereist)
–
Adey MC3+
–
Adey MC5
–
Fernox F3
–
Sentinel X 300
–
Sentinel X 400
Additieven die permanent in de installatie blijven
–
Adey MC1+
–
Fernox F1
–
Fernox F2
–
Sentinel X 100
–
Sentinel X 200
Antivriesmiddelen die permanent in de installatie
blijven
–
Adey MC ZERO
–
Fernox Antifreeze Alphi 11
–
Sentinel X 500
▶
Informeer de gebruiker over de nodige maatregelen als u
bovengenoemde additieven heeft gebruikt.
▶
Informeer de gebruiker over de noodzakelijke werkwijze
voor de vorstbeveiliging.
0020266634_01 ThemaTek Installatie- en onderhoudshandleiding
> 20 l/kW
> 50 l/kW
≤ 50 l/kW
°dH
mol/m³
°dH
mol/m³
0,11
0,02
0,11
0,02
0,11
0,02
0,11
0,02
7.2
Product inschakelen
1)
▶
Druk op
.
◁
De basisweergave verschijnt op het display.
7.3
Te lage waterdruk vermijden
Voor een correcte werking van de CV-installatie moet de
bedrijfsvuldruk binnen de grenswaarden liggen.
–
Bedrijfsvuldruk: 0,08 ... 0,2 MPa (0,80 ... 2,0 bar)
Als de CV-installatie zich over meerdere verdiepingen uit-
strekt, kunnen hogere grenswaarden voor de bedrijfsvuldruk
vereist zijn om lucht in de CV-installatie te vermijden.
Als de vuldruk tot in het minimumbereik of daaronder daalt,
geeft het product het druktekort door een knipperende
waarde op het display aan.
–
Minimumbereik vuldruk: 0,04 ... 0,08 MPa (0,40
... 0,80 bar)
Wanneer de vuldruk onder het minimumbereik ligt, dan wordt
het product buiten bedrijf gesteld (display verder actief).
De bijbehorende foutmelding is alleen oproepbaar in het
installateurniveau.
▶
Vul CV-water bij om het product opnieuw in gebruik te
nemen.
Het display geeft de vuldruk net zolang knipperend aan tot
de minimale bedrijfsvuldruk bereikt is.
–
Bedrijfsvuldruk: > 0,08 MPa (> 0,80 bar)
7.4
CV-installatie vullen
1.
Demonteer de voormantel. (→ Pagina 9)
2.
Spoel de CV-installatie.
3.
Klap de schakelkast naar onderen.
1
4.
Maak de kap (1) van de snelontluchter los.
–
Linkse omwentelingen: 1 ... 2
5.
Klap de schakelkast naar boven.
6.
Verbind de vulvoorziening van de CV-installatie volgens
de normen met een CV-watervoorziening.
7.
Start het testprogramma P.05. (→ Pagina 16)
◁
De driewegklep gaat in de middelste stand.
8.
Open de koudwaterstopkraan van het warmwatercircuit.
9.
Open de warmwaterstopkraan van het warmwatercir-
cuit.
10. Open de CV-wateraanvoer.
11. Ontlucht de hoogst gelegen radiator tot het water bij de
ontluchtingsklep er zonder bellen uitkomt.
12. Ontlucht alle andere radiatoren tot de CV-installatie
compleet met CV-water gevuld is.
13. Vul CV-water bij tot de vereiste vuldruk bereikt is.
17