Het scherm met de systeeminstellingen wordt weergegeven.
3
Tik op [Smartphone-instellingen].
4
Tik op [Bestuurd. Plaats].
[Links]
Selecteer deze optie voor een wagen met stuur links.
[Rechts]
Selecteer deze optie voor een wagen met stuur rechts.
Startprocedure
Wanneer op dit product een iPhonewordt aangesloten, zijn de instellingen verplicht die
overeenkomen met het aangesloten apparaat. Raadpleeg voor meer informatie
Instelling voor iPod/iPhone of smartphone (pagina 36).
Kabelaansluiting
1
Sluit een voor Apple CarPlay geschikt apparaat op dit product aan via USB.
2
Druk op
.
3
Tik op
.
4
Tik op [Apple CarPlay].
5
Tik in het tabblad op het Apple CarPlay-pictogram.
Het applicatiescherm verschijnt.
Draadloze verbinding
Voordat u Apple CarPlay draadloos gebruikt, dient u het apparaat eerst op dit product
aan te sluiten via Bluetooth en Apple CarPlay aan te zetten in het menu Bluetooth-
instellingen van het apparaat (pagina 22).
1
Schakel de Wi-Fi-functie op het apparaat in.
2
Druk op
.
3
Tik op
.
Het scherm Apparaat zoeken verschijnt.
Tik op
en sla stap 4 over aangezien het scherm met de lijst met apparaten
verschijnt als Apple CarPlay voorheen al draadloos met het apparaat is gebruikt.
OPMERKING
Het apparaat kan het andere apparaat niet detecteren tenzij het menu Bluetooth- of Apple
CarPlay-instelling op het iPhone-scherm weergegeven wordt.
- 67 -