5.1.1
Op de warmtepomp aansluiten
1
2
1
Aansluiting G1,25",
retour van de warmte-
pomp
1.
Installeer een expansievat, dat compatibel is met het
brijnvolume in het warmtepompcircuit (zie technische
gegevens).
2.
Blaas of spoel de aanvoerleidingen voor de installatie
grondig uit.
3.
Verbind de warmtepomp met behulp van flexibele aan-
sluitleidingen (1,25") met de hydraulische toren.
4.
Controleer, of zich een filter op de warmtepompretour
bevindt.
5.
Controleer, of de aansluitingen dicht zijn. (→ Pagina 20)
6.
Zorg ervoor dat de afvoerleiding van de veiligheidsklep
correct is aangesloten op het brijnreservoir.
7.
Let erop, dat de volumestroom van de warmtepomp mi-
nimaal 40 % van de nominale volumestroom bereikt
(zie technische gegevens in de warmtepomhandlei-
ding).
5.2
Afkoelbedrijf
Het product is compatibel met het koelbedrijf van de warmte-
pomp.
Parameterinstelling en activering van het afkoelbedrijf vinden
via de systeemregelaar plaats.
Het wordt aanbevolen, de buizen van de installatie van een
warmte-isolatie te voorzien.
▶
Controleer of alle isolatie-elementen van het product zijn
aangebracht en zich in foutloze toestand bevinden.
5.3
Elektrische installatie
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok!
Op de netaansluitklemmen L en N is continu-
spanning voorhanden:
▶
Schakel de stroomtoevoer uit.
▶
Beveilig de stroomtoevoer tegen opnieuw
inschakelen.
0020223120_01 uniTOWER Installatie- en onderhoudshandleiding
2
Aansluiting G1,25",
aanvoer naar de warm-
tepomp
5.3.1
Elektronicabox openen
1.
Demonteer de voormantel. (→ Pagina 9)
C
A
2
1
2.
Klap de elektronicabox (1) naar voren.
3.
Maak de vier clips (3) links en rechts uit de houders los.
5.3.2
Hoofdschakelkast openen
Voorwaarden: De stroomvoorzieningskabel moet vervangen worden.
▶
Open de schakelkast alleen als de stroomvoorzienings-
kabel vervangen moet worden.
1.
Demonteer de voormantel. (→ Pagina 9)
B
A
2.
Verwijder de warmte-isolatie (1) van de verwarmings-
spiraal.
Installatie 5
3
B
A
1
11