Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

AWB HP IM Gebruiksaanwijzing pagina 24

Inhoudsopgave

Advertenties

Bijlage
Statuscode
S.256 Ventilatoreenheid 1:
Luchtinlaattemp. te laag
S.260 Ventilatoreenheid 2:
Ventilator geblokk.
S.272 Afgiftesyst. circuit:
Rest opvoerhoogte begren-
zing aktief
S.273 Afgiftesyst. circuit:
Aanvoer te laag
S.275 Afgiftesyst. circuit:
Doorstroming te laag
S.276 Afgiftesyst. circuit: con-
takt S20 open
S.277 Afgiftesyst. circuit:
Pompfout
S.280 Fout omvormer: com-
pressor
S.281 Fout omvormer: net-
spanning
S.282 Fout omvormer: over-
verhitting
S.283 Ontdooiingstijd te lang
S.284 Aanvoertemperatuur
ondooiing te laag
S.285 Temp. compressoruit-
laat te laag
S.286 Heetgastemepratuur
schakelaar geopend
S.287 Ventilator 1: wind
S.288 Ventilator 2: wind
S.289 Stroombegrenzing ac-
tief
S.290 Inschakelvertraging
actief
S.302 Hoge druk schakelaar
geopend
S.303 Compressor uitgang
temperatuur te hoog
S.304 Verdamper temperatuur
te laag
S.305 Condensor temperatuur
te laag
S.306 Verdamper temperatuur
te hoog
22
Betekenis
De compressor start niet omdat de buitentemperatuur aan de ventilator onder de gebruiksgrenzen
ligt. CV-bedrijf: < -20 °C. Warmwaterbedrijf: < -20 °C. Koelbedrijf: < 15 °C.
Als het ventilatortoerental 0 t/min bedraagt, dan wordt de warmtepomp gedurende 15 minuten uitge-
schakeld en vervolgens opnieuw gestart. Als de ventilator na vier mislukte startpogingen niet opstart,
dan wordt de warmtepomp uitgeschakeld en de foutmelding F.785 wordt weergegeven.
De onder configuratie ingestelde restopvoerhoogte is bereikt.
De in het afgiftecircuit gemeten aanvoertemperatuur ligt buiten de gebruiksgrenzen.
Afgiftecircuitpomp defect. Alle afnemers in het CV-systeem zijn gesloten. Specifieke minimale volu-
mestromen zijn onderschreden. Vuilzeven op doorlaatbaarheid controleren. Afsluitkranen en thermo-
staatkranen controleren. Zorgen voor minimaal debiet van 35% van de nominale volumestroom. Afgif-
tecircuitpomp op werking controleren.
Contact S20 aan warmtepomphoofdprintplaat geopend. Verkeerde instelling van de maximaalther-
mostaat. Aanvoertemperatuurvoeler (warmtepomp, gasketel, systeemvoeler) meet naar onderen af-
wijkende waarden. Maximale aanvoertemperatuur voor het directe CV-circuit via de systeemthermo-
staat aanpassen (let op bovenste uitschakelgrens van de verwarmingsapparaten). Instelwaarde van
de maximaalthermostaat aanpassen. Voelerwaarden controleren
Als de afgiftecircuitpomp inactief is, dan wordt de warmtepomp gedurende 10 minuten uitgeschakeld
en vervolgens opnieuw gestart. Als de afgiftecircuitpomp na drie mislukte startpogingen niet opstart,
dan wordt de warmtepomp uitgeschakeld en de foutmelding F.788 wordt weergegeven.
De compressormotor of de bekabeling zijn defect.
Er is over- of onderspanning.
Als de koeling van de frequentieomvormer niet voldoende is, dan wordt de warmtepomp gedurende
een uur uitgeschakeld en vervolgens opnieuw gestart. Als de koeling na drie mislukte startpogingen
niet voldoende is, dan wordt de warmtepomp uitgeschakeld en de foutmelding F.819 wordt weerge-
geven.
Als de ontdooiing langer dan 15 minuten duurt, dan wordt de warmtepomp opnieuw gestart. Als de
tijd voor de ontdooiing na 3 mislukte startpogingen niet voldoende is, dan wordt de warmtepomp uit-
geschakeld en de foutmelding F.741 wordt weergegeven. ► Controleer of er voldoende warmte-ener-
gie uit het afgiftecircuit beschikbaar is.
Als de aanvoertemperatuur onder 5 °C ligt, dan wordt de warmtepomp opnieuw gestart. Als de aan-
voertemperatuur na 3 mislukte startpogingen niet volstaat, dan wordt de warmtepomp uitgeschakeld
en de foutmelding F.741 wordt weergegeven. ► Controleer of er voldoende warmte-energie uit het af-
giftecircuit beschikbaar is.
Compressoruitlaattemperatuur te laag
Als de heetgastemperatuur boven 119 °C +5K ligt, dan wordt de warmtepomp gedurende een uur uit-
geschakeld en vervolgens opnieuw gestart. Als de heetgastemperatuur na 3 mislukte startpogingen
niet is gedaald, dan wordt de warmtepomp uitgeschakeld en de foutmelding F.823 wordt weergege-
ven.
De ventilator draait voor het starten met een toerental van 50 t/min of meer. De oorzaak kan sterke
buitenwind zijn.
De ventilator draait voor het starten met een toerental van 50 t/min of meer. De oorzaak kan sterke
buitenwind zijn.
Het stroomverbruik van de buitenunit is gereduceerd, het toerental van de compressor wordt gere-
duceerd. De bedrijfsstroom van de compressor overschrijdt de onder configuratie ingestelde grens-
waarde. (voor 3kW-, 5kW-, 7kW-toestellen: <16A; voor 10kW-, 12kW-toestellen: <25A)
De inschakelvertraging van de compressor is actief.
Als de druk in het koudemiddelcircuit de gebruiksgrenzen overschrijdt, dan wordt de warmtepomp
gedurende 15 minuten uitgeschakeld en vervolgens opnieuw gestart. Als de druk na vier mislukte
startpogingen te hoog blijft, wordt de foutmelding F.731 weergegeven.
Het bedrijfskenveld werd verlaten. De warmtepomp wordt opnieuw gestart.
Het bedrijfskenveld werd verlaten. De warmtepomp wordt opnieuw gestart.
Het bedrijfskenveld werd verlaten. De warmtepomp wordt opnieuw gestart.
Het bedrijfskenveld werd verlaten. De warmtepomp wordt opnieuw gestart.
Installatiehandleiding Warmtepompregelingsmodule 0020291605_00

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave