8.
Zorg ervoor dat de toegang tot de netaansluiting altijd
gegarandeerd is en niet afgedekt is.
5.3.1
Bedrading uitvoeren
1.
Let op een deskundige scheiding van netspanning en
veiligheidslaagspanning.
2.
Sluit de netaansluitkabel uitsluitend op de daarvoor
gemarkeerde klemmen aan!
3.
Verkort de aansluitleidingen indien nodig.
≤
30 mm
L
N
PE
40 mm
≤
+
-
30 mm
≤
4.
Strip de elektrische leiding af zoals weergegeven in
de afbeelding. Let er hierbij op dat de isolatie van de
verschillende aders niet wordt beschadigd.
5.
Zorg ervoor dat de isolatie van de binnenste draden
tijdens het ontmantelen van de buitenste omhulling niet
beschadigd wordt.
6.
Isoleer de binnenste draden slechts zodanig dat goede,
stabiele verbindingen tot stand gebracht kunnen wor-
den.
7.
Voorzie de gestripte uiteinden van de aders van ader-
eindhulzen.
8.
Schroef de betreffende stekker aan de aansluitleiding.
9.
Controleer of alle draden mechanische vast in de stek-
kerklemmen van de stekker zitten. Corrigeer evt.
10. Steek de stekker in de bijbehorende stekkerplaats van
de printplaat.
5.3.2
Vereisten aan de leidingen
▶
Gebruik voor de bedrading normale in de handel verkrijg-
bare leidingen.
▶
Gebruik voor 230 V-leidingen mantelleidingen (bijv. NYM
3x1,5).
▶
Gebruik voor 230 V-leidingen geen flexibele leidingen.
Leidingtype
Doorsnede aansluitleiding 230 V (pomp-
of mengklepaansluitkabel)
Doorsnede eBus-leiding (laagspanning)
Doorsnede voelerleiding (laagspanning)
Leidingtype
Sensorbedrading
Busbedrading
5.3.3
Vereisten aan de netspanningskwaliteit
Voor de netspanning van het eenfasige 230 V-net moet een
tolerantie van +10% tot -15% aanwezig zijn.
0020291605_00 Warmtepompregelingsmodule Installatiehandleiding
5.3.4
1.
2.
3.
4.
5.4
Voorwaarde: Functie blokkering energiebedrijf aanwezig
De warmteopwekking van de warmtepomp wordt tijdelijk
door het energiebedrijf uitgeschakeld, normaal gesproken
met een rondstuurontvanger.
Het signaal voor de uitschakeling wordt naar de aansluiting
EVU van de warmtepompregelingsmodule geleid.
▶
Min. doorsnede
≥ 1,5 mm²
≥ 0,75 mm²
≥ 0,75 mm²
▶
Max. lengte
≤ 50 m
▶
≤ 300 m
Product aansluiten
Aanwijzing
De netaansluitkabel en de eBUS-leiding zijn niet
in de leveringsomvang inbegrepen.
Sluit het product via een vaste aansluiting en een schei-
dingsinrichting met een contactopening van minstens 3
mm (bijv. zekeringen of vermogensschakelaar) aan.
Bedraad het product conform het aansluitschema, zie
bijlage.
Aanwijzing
Als de omschakelklep in de stand voor de
boilerlading moet staan, dan wordt het con-
tact "open" van 230 V voorzien. Als de om-
schakelklep niet in de stand voor de boilerla-
ding moet staan, dan wordt het contact "toe"
van 230 V voorzien.
Aanwijzing
Het energiebedrijfcontact dient voor de aan-
sluiting van een blokkeersignaal (configu-
reerbaar aan de thermostaat).
Contact open: bedrijf toegestaan
Contact gesloten: bedrijf geblokkeerd
Beveilig alle leidingen in het product met de bijgele-
verde snoerontlastingen.
Sluit de behuizing. (→ Pagina 14)
Componenten voor functie blokkering
energiebedrijf installeren
Installeer en bedraad de aanvullende componenten in de
meter-/zekeringkast van het gebouw. Zie daarvoor het
schakelschema in de bijlage.
Aanwijzing
Bij een aansturing via de aansluiting S2 moet
de energievoorziening door de exploitant niet
worden losgekoppeld.
Verbind een 2-polige stuurkabel met het relaiscontact
(potentiaalvrij) van de rondstuurontvanger en met de
aansluiting S2.
Stel in de systeemthermostaat in of via S2 de hulpver-
warming, de compressor of beide geblokkeerd moeten
worden.
Installatie 5
15