Faxen verzenden
Faxnummer opgeven met het bedieningspaneel
1
Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
2
Geef een faxnummer op met:
Het toetsenblok
Snelkiesnummer
Snelkeuze of groepskeuze
3
Verzend als volgt een fax naar een groep ontvangers (groepsfax):
a
Druk op
.
b
Herhaal de procedure voor het opgeven van faxnummers met een van de voorgaande methoden tot u
maximaal 30 faxnummers hebt opgegeven.
Opmerking: elk faxnummer in de groepskeuze-items wordt meegerekend in het maximum van 30 nummers.
Verwante onderwerpen:
•
"Snelkeuze instellen met de computer" op pagina 38
•
"Snelkiesknoppen instellen met het bedieningspaneel" op pagina 26
•
"Telefoonboek op het bedieningspaneel gebruiken" op pagina 25
Geef een faxnummer op met het toetsenblok.
Opmerkingen:
•
U kunt een telefoonkaartnummer opnemen als onderdeel van het faxnummer.
•
Een faxnummer kan uit maximaal 64 cijfers en/of de symbolen * of # bestaan.
•
Druk op Onderbreken/Opnieuw kiezen om een onderbreking van drie
seconden in te voegen in het nummer dat u opgeeft om te wachten op een
buitenlijn of om een geautomatiseerd antwoordsysteem te doorlopen. Op de
display verschijnt een komma.
Druk op Snelkiesnummer 1, 2, 3, 4 of 5.
Opmerking: zie 'Snelkiesknoppen instellen met het bedieningspaneel' en/of
'Snelkiesknoppen instellen met de computer' voor meer informatie over het
instellen van de snelkiesknoppen.
a
Druk op Telefoonboek.
b
Geef een snelkeuzenummer of groepskeuzenummer op.
•
Druk herhaaldelijk op
groepskeuzenummer wordt weergegeven.
•
Geef met het toetsenblok het nummer van het snelkeuze-item (1-89) of
groepskeuze-item (90-99) op.
Opmerkingen:
•
Zie het verwante onderwerp 'Snelkeuze instellen' voor meer informatie
over het toevoegen van snelkeuze- of groepsnummers met de computer.
•
Zie het verwante onderwerp 'Telefoonboek op het bedieningspaneel
gebruiken' voor meer informatie over het toevoegen van snelkeuze- of
groepsnummers met het bedieningspaneel.
Faxen met het bedieningspaneel
20
of
tot het gewenste snelkeuzenummer of