2
Schuif de papiergeleiders van de ADI tegen de randen van het papier.
Opmerking: U kunt maximaal 30 vellen van een origineel document in de ADI plaatsen.
Fout bij document plaatsen
1
Controleer of het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische documentinvoer (ADI) is
geplaatst. Als het document correct is geplaatst, wordt Document geplaatst weergegeven op de display.
Zie voor meer informatie over het plaatsen van een document in de ADI "Originele documenten in de
automatische documentinvoer (ADI) plaatsen" op pagina 19.
2
Druk op
.
Opmerking: verwijder het document niet ui de ADI als een afdruk-, scan-, kopieer- of faxtaak wordt uitgevoerd.
Cartridges zijn verkeerd geplaatst
1
Klap het bedieningspaneel omhoog.
2
Til de toegangsklep voor de inktcartridge op.
3
Druk de klep van de cartridgehouder naar beneden om het deksel van de cartridgehouder te openen.
4
Verwijder de inktcartridges uit de printer.
5
Plaats de zwarte of foto-inktcartridge in de linkerhouder.
6
Plaats de kleureninktcartridge in de rechterhouder.
Fout linkercartridge/Fout rechtercartridge
Deze fout kan ook worden weergegeven als Fout 1205 (Linkercartr.) of Fout 1206 (Rechtercartr.).
1
Verwijder de aangegeven inktcartridge uit de printer.
2
Trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
3
Steek de stekker van het netsnoer weer in het stopcontact.
4
Druk op
als de knop
5
Plaats de inktcartridge terug in de printer.
6
Als de fout:
•
niet opnieuw optreedt, is het probleem verholpen;
•
opnieuw optreedt, vervangt u de inktcartridge door een nieuwe cartridge.
Linkerinktcartridge is onjuist/Rechterinktcartridge is onjuist
1
Verwijder de aangegeven inktcartridge uit de printer.
2
Trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
niet brandt.
Problemen oplossen
171