Fig. 2-3
Monteer topstang G. Deze dient zo te worden geplaatst dat de topstang bij
benadering parallel is met de hefarmen van de trekker. Zo krijgt u een doelbewuste
beweging als u de machine met de hefarmen omhoog brengt en optimale
omstandigheden bij het aan- en afkoppelen van de machine.
Fig. 2-4
De
hydraulische
aangesloten op een dubbelwerkende aansluiting.
De hydraulische slang naar de hefcilinder wordt aangesloten op een enkelwerkende
aansluiting.
GEVAAR:
PINL-114A-01 CM 305 0511
2. AAN- EN AFKOPPELEN EN PROEFDRAAIEN
K
Fig. 2-3
Fig. 2-4
slangen
De hydraulische onderdelen mogen niet worden blootgesteld
aan een hogere bedrijfsdruk dan 210 bar, aangezien een hogere
bedrijfsdruk ertoe kan leiden dat onderdelen geleidelijk kapot
gaan. Daardoor ontstaat ernstig gevaar voor persoonlijk letsel.
G
voor
de
transportomschakeling
- 20 -
moeten
worden