Bediening en onderdelen
A. Schakelaar grootlicht/dimlicht
Wanneer de schakelaar wordt verschoven,
verandert de verlichting van dimlicht in
grootlicht. Hij blijft in de geselecteerde positie
totdat de schakelaar weer wordt teruggezet. In de
grootlichtpositie brandt de grootlichtindicator op het
onderste deel van dashboard.
B. Flash-to-pass
Druk wanneer de koplamp in de dimlichtpositie staat op de
flash-to-pass-schakelaar zodat grootlicht wordt ontstoken.
Dit blijft branden totdat u de schakelaar weer los laat. Als u
hem los laat, gaat deze schakelaar automatisch terug naar
de dimlichtpositie. De grootlichtindicator brandt ook.
C. Versteller voorremhendel
Verstelknop om de positie van de voorremhendeling in te
stellen. Zie
"Bediening parkeerrem (indien uitgerust)", op
pagina
3.21.
D. Voorremhendel
De voorremhendel bedient de voorrem wanneer de hendel
wordt ingedrukt. Wanneer u remt, moet de gashendel in
gesloten positie staan. Ook het remlicht gaat branden.
E. Gasbediening
Draai de gashendel rechtsom (A) om de motor in te
schakelen en start de motorfiets in voor waar tse richting.
Laat de gashendel los en deze klikt terug naar de gesloten
3.18
positie (B), waardoor de motor spanningsloos wordt en het
regeneratief remmen begint.
Wanneer de motorfiets beweegt en de gashendel zich in
volledig gesloten positie bevindt, wordt de functie
regeneratief remmen geactiveerd. Regeneratief remmen
neemt een deel van de energie van de bewegende
motorfiets en zet deze om in elektrische energie. Deze
energie wordt vervolgens in het accupakket opgeslagen en
draagt zo bij aan een betere energie -efficiëntie. Er wordt
een lichte trek gevoeld wanneer het regeneratief remmen
wordt geactiveerd. Als u wilt uitrollen zonder regeneratief
remmen, houdt u de gashendel net iets open zodat deze
niet in de volledig gesloten positie bevindt.