Vervangen van het brandstoffilter
Vervang het op de leiding gemonteerde brand-
stoffilter iedere 100 uur (een keer per seizoen) of
vaker als het verstopt is.
Vervang het filter op de volgende wijze:
1. Maak de rubber lus onder de stoel los en klap
de motorkap omhoog.
2. Haal de slangklemmen weg bij het filter.
Gebruik een platte tang.
3. Trek het filter los van de slanguiteinden.
4. Druk het nieuwe filter in de uiteinden van de
leiding. Draai het filter met de pijl "FLOW"
omhoog naar de brandstofpomp. Indien nodig
kan een zeepoplosssing op de filteruiteinden
aangebracht worden om de montage te
vergemakkelijken.
5. Zet de slangklemmen weer terug bij het filter.
Controleren van het luchtfilter van de
brandstofpomp
Controleer regelmatig of het luchtfilter van de
brandstofpomp vrij is van vuil.
Het filter kan indien nodig worden gereinigd met
een penseel.
1. Verwijder de twee bouten waarmee de
brandstofpomp vastzit.
2. Schuif de pomp weg zonder de leidingen los te
maken en borstel het filter schoon.
3. Plaats de brandstofpomp terug.
22
– Nederlands
ONDERHOUD